Petrus
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Petrus (Grieks: Πέτρος, Petros oftewel 'Rots'; Aramees: Cephas; vernederlandst Sint-Pieter); ook Simon Petrus genoemd; (Galilea, geboortedatum onbekend - Rome(?), ca. 64) is een persoon uit het Nieuwe Testament en een van de twaalf apostelen van Jezus. Hij geldt voor katholieken als de eerste paus[1] (het ambt van paus wordt ook wel Petrusambt genoemd) en voor orthodoxen als de eerste patriarch.
In kunst en iconografie is Petrus vrijwel altijd te herkennen aan zijn markante grijze baard en de sleutels van de hemel, die het Petrusambt symboliseren. Andere attributen zijn een omgekeerd kruis, vissersnet en een haan.
Inhoud
1 Biografie
1.1 Relatie met Jezus
1.2 De mens Petrus
1.3 Petrus tijdens de arrestatie van Jezus
1.3.1 Drie of zes keer verloochend
1.4 Petrus als apostel
2 Petrus in Rome
2.1 Handelingen van Petrus
2.2 Bisschop van Rome
2.3 Historische juistheid
3 Verering
3.1 Feestdagen
3.2 Beschermheilige
4 Canonieke geschriften
5 Apocriefe geschriften
6 Varia
7 Iconografie
8 Zie ook
Biografie
Buiten de vroegste bronnen in het Nieuwe Testament zijn er nauwelijks bronnen die mogelijk herinneringen aan Petrus hebben bewaard. Petrus figureert met name in de synoptische evangeliën en het Evangelie volgens Johannes. Uit de brieven van Paulus, die (deels) tijdens Petrus' leven zijn geschreven, blijkt dat Paulus Petrus meermaals heeft ontmoet. Petrus was toen een van de leiders van de groep volgelingen van Jezus Christus in Jeruzalem. De eerste ontmoeting vond plaats in circa 35 na Christus in Jeruzalem.[2] Veertien jaar daarna maakte Paulus met onder meer Petrus de afspraak dat Petrus het evangelie aan de Joden zou verkondigen, terwijl Paulus naar de andere volken zou gaan.[3] Enige tijd later kregen Paulus en Petrus in Antiochië hierover onenigheid, omdat Petrus volgens Paulus erop bleef aansturen dat niet-Joden Joodse gebruiken zouden moeten gaan volgen.[4]
De evangeliën zijn (waarschijnlijk) geschreven na Petrus' dood en vormen een mengsel van historische herinnering en latere verdichting. Het leven van Petrus ziet er volgens deze bronnen in hoofdlijnen als volgt uit. Simon bar Jona (Simon, zoon van Jona), zoals Petrus oorspronkelijk genoemd werd,[5] was een joodse visser aan het Meer van Tiberias. Hij leefde samen met zijn broer Andreas van de visvangst. Simon had samen met Andreas een gewoon leven. Toen Jezus van Nazareth op zoek ging naar leerlingen, vond hij al gauw Andreas. Volgens het evangelie sprak Jezus tot beiden, op het meer:
“Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken.”
Volgens het Evangelie volgens Lucas antwoordde Simon hem: “Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens!”
Jezus wist Simon al gauw te overtuigen, en deze vertrouwde Jezus en liet zijn vissersboot achter. Jezus besloot Simon vanaf dan Kefas te noemen, wat rots betekent. Zijn Griekse naam Πέτρος (Petros) is de mannelijke vorm van het vrouwelijke πέτρα (petra) dat eveneens rots betekent. Hoewel Simon zich nietig voelde bij zijn roeping, zou hij later – vooral in de katholieke traditie – de eerste der apostelen worden genoemd en de eerste plaatsbekleder van Christus worden.
Relatie met Jezus
Petrus begeleidde Jezus gedurende diens hele openbare leven – geen andere apostel komt in het evangelie zo vaak voor – waarbij hij soms uit naam van alle apostelen het woord voerde, zoals in de centrale tekst over zijn zending, het zestiende hoofdstuk van Matteüs.
Het evangelie volgens Matteüs vermeldt Petrus als rots van de kerk. Jezus zegt:
“Jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.”[6] Dit wordt ook wel de traditio clavium genoemd, Latijn voor overdracht van de sleutels. De woorden van Matteüs staan in het Latijn in grote letters in de kroon van de koepel boven het graf van Petrus, en herinneren alle bezoekers van de basiliek eraan wie hij was.
In het evangelie volgens Lucas krijgt hij de opdracht zijn broeders in het geloof te sterken: “Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken.”[7]
Aan het einde van het evangelie volgens Johannes geeft Jezus hem opdracht op te treden als herder van zijn kudde. Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus toe: “Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?” Petrus antwoordde: “Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.” Jezus zei: “Weid mijn lammeren.”[8] Bij de vraagstelling, die drie keer werd gegeven in verschillende bewoordingen, is het afwisselen van de woorden agape en fileo interessant:
Grieks | NBG | NBV | Gezegd door |
---|---|---|---|
agape | waarlijk liefhebben | liefhebben | Jezus (eerste 2 keer) |
fileo | liefhebben | houden van | Jezus (3e keer) Petrus (3 keer), evangelist (in vers 17) |
Soms wordt aan deze afwisseling bijzondere betekenis gehecht, maar anderen zeggen dat de schrijver van het evangelie beide woorden afwisselt zonder duidelijk betekenisverschil.
De mens Petrus
Petrus was volgens het evangelie een gewone man, met menselijke zwakheden zoals koppigheid en eigengereidheid, maar hij was ook vol enthousiasme en ijver voor de zaak van Jezus. Hij was de enige mens die over het water naar Jezus liep, maar ook, in twijfel, wegzonk (Mattheüs 14:29). Hij was getuige van de verheerlijking van Jezus op de berg Tabor (transfiguratie) (Mattheüs 17:1-13). Tijdens de voetwassing verbood hij koppig dat Jezus zijn voeten zou wassen, maar toen Jezus zei dat hij anders niet bij hem zou kunnen horen, vroeg Petrus spontaan dat dan niet alleen zijn voeten, maar ook zijn handen en hoofd gewassen zouden worden (Johannes 13:6-10). Petrus viel telkens in slaap nadat hij Jezus gevolgd was naar het hof van Getsemane toen deze vlak voor zijn gevangenneming tot God wilde bidden (Matteus 26:36-46).
Petrus tijdens de arrestatie van Jezus
Petrus verdedigde zijn meester en probeerde diens arrestatie te verhinderen. Hij nam een zwaard en hakte het oor af van Malchus, een slaaf van de hogepriester. Jezus genas het oor van Malchus weer (Johannes 18:10) en tevens vermaande Jezus Petrus dat hij zijn zwaard moest opbergen, en deze bleef dan ook na de gevangenneming op een afstand. In Jeruzalem aangekomen beweerde hij dat hij Jezus niet kende, een leugen die hij zich pas realiseerde toen hij een haan hoorde kraaien. Eerder die avond had Jezus dit voorspeld toen Petrus gezworen had dat hij Jezus nooit zou afvallen.
Drie of zes keer verloochend
In elk van de vier evangeliën staat dat Jezus zijn discipel waarschuwde (“vannacht, voor de haan (tweemaal) kraait zul je mij drie keer verloochenen”) en dat Petrus inderdaad drie keer zei dat hij zijn Heer niet kende (“verloochende”). Omdat de evangeliën onderling verschillen, is door theologen die de evangeliën als letterlijk waar beschouwen, wel eens geconcludeerd dat Jezus Petrus twee keer waarschuwde en dat Petrus zes keer zijn Heer verloochende, twee keer vóór en vier keer na het verhoor door Kajafas.[9] In het evangelie van Marcus voorspelt Jezus dat de haan twee keer zal kraaien. In sommige belangrijke handschriften van Marcus wordt het eerste kraaien van de haan echter niet vermeld. Daarom is de authenticiteit van die woorden twijfelachtig en staan ze in de meest gebruikte kritische uitgave tussen vierkante haken. Voor het aantal keer dat de haan kraait volgens Marcus maakt dit geen verschil. In de tabel staan de versnummers:
Volgnummer | Mattheus 26 | Marcus 14 | Lucas 22 | Johannes 18 | |
---|---|---|---|---|---|
Jezus waarschuwt Petrus | 34 | 13:38 | |||
Naar Gethsemane | |||||
Jezus waarschuwt Petrus | 34 | 30 “de haan zal twee keer kraaien” | |||
1 | Tegen portierster | 17 | |||
2 | Bij het vuur | 25 | |||
Jezus wordt verhoord door Kajafas | 57-68 | 53-65 | 63-71 | ||
3 | Tegen slavin | 70 | 68 | 56 | |
De haan kraait | 68 (niet in alle handschriften) | ||||
4 | Bij voorportaal | 72 | 58 | ||
5 | Tegen dezelfde slavin | 69 | |||
6 | Een uur later, tegen slaaf van hogepriester | 74 | 71 | 60 | 27 |
De haan kraait | 75 | 72 “voor de tweede keer” | 61 | 27 |
Petrus als apostel
Tijdens het Concilie van Jeruzalem bemiddelt Petrus tussen Paulus en Jacobus, de broer van Jezus.[10] De overlevering vermeldt dat de stichting van de gemeenten in Rome, Antiochië en Jeruzalem op Petrus teruggaat.
Petrus in Rome
Handelingen van Petrus
In de apocriefe Handelingen van Petrus (gedateerd omstreeks 200) staan veel verhalen opgetekend over daden van Petrus. Het einde daarvan speelt zich af tijdens de christenvervolgingen onder keizer Nero. Uit angst kozen velen ervoor de stad te verlaten. Ook Petrus verkoos veiliger oorden. Tijdens zijn vlucht had hij een nachtelijk visioen waarin hij Christus ontmoette die een kruis droeg. Petrus vroeg met verbazing: “Quo vadis, Domine?” (“Waar gaat u heen, Heer?”) Jezus antwoordde hem: “Eo Romam iterum crucifigi” (“Ik ga naar Rome om opnieuw gekruisigd te worden”). Dat antwoord van Jezus, dat vervolgde met de woorden: “omdat jij mijn lammeren in de steek laat”, bevestigt Petrus' rol als plaatsbekleder van de Heer. Petrus hernam zijn verantwoordelijkheid door terug te gaan naar Rome, zijn marteldood tegemoet. Petrus werd – op eigen verzoek, omdat hij uit eerbied niet op dezelfde manier als Jezus wilde sterven – met het hoofd naar beneden, ondersteboven gekruisigd, en vond zijn laatste rustplaats vlak bij de plaats waar hij gekruisigd werd, in de nabijheid van het stadion van de Vaticaanse heuvel.[11]
Bisschop van Rome
De vroegste vermelding van het martelaarschap van Petrus in Rome komt uit de geschriften van Eusebius (begin 4e eeuw) wanneer hij uit een verloren gegane brief van Dionysius van Korinthe aan de christenen van Rome (ca. 170) citeert. In dezelfde periode als het verschijnen van de apocriefe Handelingen van Petrus wordt Petrus geportretteerd als eerste bisschop van Rome door de Apostolische Vaders en kerkvaders, met name door Tertullianus, Clemens van Alexandrië, Irenaeus van Lyon, Ignatius van Antiochië, Cyrillus van Jeruzalem en Cyprianus van Carthago. Zij schreven aan de Romeinse bisschop een bijzondere verantwoordelijkheid voor de eenheid van de christenen toe (bijvoorbeeld in de strijd rond het sabellianisme, het marcionisme en schisma van Novatianus), die steeds werd verantwoord met het teruggrijpen naar Petrus. In de rooms-katholieke kerk ontwikkelde zich op deze basis een ecclesiologische theologie van het Petrusambt.
Historische juistheid
Vanaf medio negentiende eeuw zijn er perioden geweest van een academisch debat over de historiciteit van de aanwezigheid van Petrus in Rome en als gevolg daarvan zijn kruisiging.[12][13]
Tot in de twintigste eeuw werd dat debat vooral door theologen gevoerd. Het standpunt jegens de historiciteit van het verblijf van Petrus in Rome werd dan ook vaak beïnvloed door de denominatie van de deelnemers aan het debat alsmede hun houding ten opzichte van de legitimiteit van het Petrusambt. Vanaf eind twintigste eeuw is er sprake van publicaties die meer berusten op interdisciplinair onderzoek. Vanaf die periode verschenen ook steeds meer publicaties die concluderen dat Petrus nooit in Rome kan zijn geweest en dus ook nooit daar kan zijn gekruisigd en begraven.[14][15][16][17]
Er zijn verder theses ten aanzien van de Eerste brief van Petrus. In 1 Petrus 5:13 wordt Babylon genoemd als de plaats waar die geschreven zou zijn. Er zijn auteurs die, op basis van het feit dat Babylon in de vroeg-christelijke literatuur ook wel als metafoor voor Rome gebruikt werd, aangenomen hebben dat de brief in Rome geschreven moet zijn. Een andere, sterker ondersteunde these is dat met Babylon in dit geval de joodse en christelijke diaspora van die tijd bedoeld wordt. Er is echter ook een grote meerderheid van auteurs van opvatting dat de brief op zich een pseudepigraaf is, die al van geruime tijd na het overlijden van Petrus moet dateren en pas daarna aan hem is toegeschreven.[18]
Verering
In de kerktraditie is het graf van Petrus onder de huidige Sint-Pietersbasiliek. Opgravingen hebben een aedicula uit het jaar 160 aan het licht gebracht, dat als een monument ter herinnering aan Petrus geduid kan worden. Bij de bouw van de Oude Sint-Pietersbasiliek vanaf begin vierde eeuw is men ervan uitgegaan dat onder de aedicula nog een graf zou moeten zijn. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval geweest kan zijn. Dit leidt bij auteurs tot de conclusie, dat een verhaal over de aanwezigheid van een graf van Petrus en verering voor hem pas op zijn vroegst bij de bouw van de aedicula, dus geruime tijd na zijn dood, kan zijn begonnen.[19]
Bij renovatiewerkzaamheden in de jaren 30 van de 20e eeuw vond men het redelijk goed bewaard gebleven skelet van een stevig gebouwde man van ongeveer 60-70 jaar oud bij overlijden. Hoewel er geen enkel wetenschappelijk bewijs voor te leveren is, proclameerde Paus Paulus VI in 1968 dat het daadwerkelijk ging om de stoffelijke resten van Petrus, die hier begraven zou liggen.
In het schip van de Sint-Pieter staat een devotiebeeld van Petrus, dat naar alle waarschijnlijkheid is gemaakt door de 13e-eeuwse beeldhouwer en architect Arnolfo di Cambio. Op 29 juni wordt dit beeld aangekleed met een rode koorkap, als symbool van Petrus' martelaarschap[bron?] en gekroond met een echte tiara, versierd met briljanten en parels, die gedragen werd door paus Gregorius XIII. Sinds eeuwen wordt de voet van dit beeld gekust door pelgrims uit de hele wereld, waardoor de voet ernstig is afgesleten.
Tijdens het Hoogfeest van Petrus en Paulus wordt vaak het bekende “Tu es Petrus” van Lorenzo Perosi gezongen.[20] Deze tekst is door verschillende componisten op muziek gezet.
Feestdagen
Petrus heeft drie feestdagen. De belangrijkste is Petrus en Paulus op 29 juni. Volgens de overlevering zijn beide apostelen op dezelfde dag en binnen hetzelfde uur gestorven. De bevrijding van Petrus wordt gevierd op 1 augustus met het feest van Sint-Petrus’ Banden. De Orthodoxe Kerk viert dit op 16 januari. Op 22 februari wordt binnen de katholieke kerk het leergezag (ex cathedra) met het feest van Petrus’ Stoel gevierd.
Beschermheilige
Petrus is de patroonheilige van de abdijen van Bath en Berchtesgaden, van Bremen, Chartres, Abdij Affligem en Abdij van Dendermonde, Keulen, Trier, Las Vegas, het bisdom Jackson, Köpenick, Worms, Lessen, Leuven, Oostende, Puurs, Sint-Pieters-Rode, Leiden, Maastricht, Moissac, Naumburg, Regensburg, Rome, de Kerk, Umbrië, Sint-Petersburg, het bisdom Providence, Obermarsberg, het bisdom Philadelphia en Poznań en verder van de pausen, de bakkers, de slachters, de bruggenbouwers, de boetelingen, de metselaars, de glazeniers, de schrijnwerkers, de slotenmakers, de smeden, de loodgieters, de uurwerkmakers, bij de oogst, de zegelbranders, de steenkappers, de pottenbakkers, de schoenmakers, de netten- en doekenwevers, de vissers en de vishandelaars, de schippers, de scheepsbouwers. Voorts wordt Petrus aangeroepen bij scheepsbreuken, door jonge vrouwen, de rouwenden en de boetelingen, en bij zinsverbijstering, slangenbeten, hondsdolheid, diefstal, voetpijnen, koorts, bezetenheid en vallen.
Canonieke geschriften
Het Nieuwe Testament telt twee brieven die worden toegeschreven aan Petrus, zie Eerste brief van Petrus en Tweede brief van Petrus. Er is onenigheid over de vraag of een of beide brieven pseudepigrafisch zijn; naargelang de opvatting over het auteurschap worden beide brieven doorgaans gedateerd rond 65 of 100.
Apocriefe geschriften
Het apocriefe evangelie naar Petrus is een kort passieverhaal, dat op sommige punten docetisch gedachtegoed bevat. Het eerste commentaar over deze apocrief dateert uit de 4e eeuw van Eusebius van Caesarea, die zich daarbij echter beroept op uitspraken van Serapion van Antiochië van rond 210. Bewaarde tekstfragmenten dateren uit de 6e en 8e eeuw. Het evangelie naar Petrus heeft tijdens de canonvorming van het Nieuwe Testament geen controversiële rol gespeeld, het werd overwegend als niet-canoniek geschrift herkend.
Andere apocriefe geschriften zijn Handelingen van Petrus, Handelingen van Petrus en de Twaalf Apostelen, Openbaring van Petrus, Gnostische Openbaring van Petrus en de Pseudo-Clementijnse roman, de oudste bekende christelijke roman.
Varia
- In Bordeaux is een van de bekendste en duurste wijnen genoemd naar Petrus, Château Pétrus. Op het etiket van de flessen staat Petrus afgebeeld met de sleutels van de Hemelpoort.
- Jezus had Petrus de sleutel van de hemel gegeven en daarom wordt verteld dat Petrus aan de poort van de Hemel waakt en beslist wie naar binnen mag gaan.
- In het Frans is de vertaling van de voornaam Pierre (Petrus) steen in het Nederlands. Ook dit verwijst naar de Rots van de Kerk.
- Er bestaat een orde die naar Petrus genoemd is; zie: Priesterbroederschap van Sint Petrus
Iconografie
De apostel Petrus heeft diverse attributen.
- De haan verwijst naar Petrus' verloochening van Jezus en zijn berouw daarover.[21]
- De sleutel verwijst naar Jezus' belofte om Petrus de sleutel van het koninkrijk van de hemel te geven.
- Het omgekeerde kruis of Petruskruis verwijst naar het kruis waaraan Petrus, volgens de overlevering, ter dood is gebracht.
- De tiara verwijst naar de macht van Petrus als paus.
- Vaak wordt Petrus afgebeeld als bisschop met alle waardigheidssymbolen, die de gelovigen zegent.
- Soms wordt Petrus afgebeeld als eenvoudige visser met een net.
- Soms wordt Petrus afgebeeld als oude man met gebroken handboeien.
Zie ook
- Kefas
- Peter (voornaam)
Bronnen, noten en/of referenties
|
Apostelen |
---|
Simon Petrus · Andreas · Jakobus de Meerdere · Johannes · Filippus · Bartolomeüs · Tomas · Matteüs of Levi · Jakobus (zoon van Alfeüs) · Judas Taddeüs · Simon de Zeloot · Judas Iskariot |
Pausen van de Katholieke Kerk
1e-2e eeuw: | Petrus · Linus · Anacletus I · Clemens I · Evaristus · Alexander I · Sixtus I · Telesforus · Hyginus · Pius I · Anicetus · Soter · Eleuterus · Victor I · Zefyrinus |
3e-4e eeuw: | Hippolytus · Calixtus I · Urbanus I · Pontianus · Anterus · Fabianus · Novatianus · Cornelius · Lucius I · Stefanus I · Sixtus II · Dionysius · Felix I · Eutychianus · Cajus · Marcellinus · Marcellus I · Eusebius · Miltiades · Silvester I · Marcus · Julius I · Liberius · Felix II · Damasus I · Ursinus · Siricius · Anastasius I |
5e-6e eeuw: | Innocentius I · Zosimus · Bonifatius I · Eulalius · Celestinus I · Sixtus III · Leo I · Hilarius · Simplicius · Felix II (III) · Gelasius I · Anastasius II · Symmachus · Laurentius · Hormisdas · Johannes I · Felix III (IV) · Dioscurus · Bonifatius II · Johannes II · Agapitus I · Silverius · Vigilius · Pelagius I · Johannes III · Benedictus I · Pelagius II · Gregorius I |
7e-8e eeuw: | Sabinianus · Bonifatius III · Bonifatius IV · Adeodatus I · Bonifatius V · Honorius I · Severinus · Johannes IV · Theodorus I · Martinus I · Eugenius I · Vitalianus · Adeodatus II · Donus · Agatho · Leo II · Benedictus II · Johannes V · Conon · Theodorus II · Paschalis I · Sergius I · Johannes VI · Johannes VII · Sisinnius · Constantijn I · Gregorius II · Gregorius III · Zacharias · Stefanus (II) · Stefanus II (III) · Paulus I · Constantijn II · Filippus · Stefanus III (IV) · Adrianus I · Leo III |
9e-10e eeuw: | Stefanus IV (V) · Paschalis I · Eugenius II · Valentinus · Gregorius IV · Sergius II · Johannes VIII · Leo IV · Anastasius III · Benedictus III · Nicolaas I · Adrianus II · Johannes VIII · Marinus I · Adrianus III · Stefanus V (VI) · Formosus · Bonifatius VI · Stefanus VI (VII) · Romanus · Theodorus II · Johannes IX · Sergius III · Benedictus IV · Leo V · Christoforus · Sergius III · Anastasius III · Lando · Johannes X · Leo VI · Stefanus VII (VIII) · Johannes XI · Leo VII · Stefanus VIII (IX) · Marinus II · Agapitus II · Johannes XII · Leo VIII · Benedictus V · Johannes XIII · Benedictus VI · Bonifatius VII · Benedictus VII · Johannes XIV · Bonifatius VII · Johannes XV · Gregorius V · Johannes XVI · Silvester II |
11e-12e eeuw: | Johannes XVII · Johannes XVIII · Sergius IV · Benedictus VIII · Gregorius VI · Johannes XIX · Benedictus IX · Silvester III · Benedictus IX · Gregorius VI · Clemens II · Benedictus IX · Damasus II · Leo IX · Victor II · Stefanus IX (X) · Nicolaas II · Benedictus X · Alexander II · Honorius II · Gregorius VII · Clemens III · Victor III · Urbanus II · Paschalis II · Theodorik · Albert · Silvester IV · Gelasius II · Gregorius VIII · Calixtus II · Honorius II · Celestinus II · Innocentius II · Anacletus II · Victor IV (Gregorius) · Celestinus II · Lucius II · Eugenius III · Anastasius IV · Adrianus IV · Alexander III · Victor IV (Octavianus) · Paschalis III · Calixtus III · Innocentius III · Lucius III · Urbanus III · Gregorius VIII · Clemens III · Celestinus III · Innocentius III |
13e-14e eeuw: | Honorius III · Gregorius IX · Celestinus IV · Innocentius IV · Alexander IV · Urbanus IV · Clemens IV · Gregorius X · Innocentius V · Adrianus V · Johannes XXI · Nicolaas III · Martinus IV · Honorius IV · Nicolaas IV · Celestinus V · Bonifatius VIII · Benedictus XI · Clemens V · Johannes XXII · Nicolaas V · Benedictus XII · Clemens VI · Innocentius VI · Urbanus V · Gregorius XI · Urbanus VI · Clemens VII · Bonifatius IX · Benedictus XIII |
15e-16e eeuw: | Innocentius VII · Gregorius XII · Alexander V · Johannes XXIII · Martinus V · Clemens VIII · Benedictus XIV · Eugenius IV · Felix V · Nicolaas V · Calixtus III · Pius II · Paulus II · Sixtus IV · Innocentius VIII · Alexander VI · Pius III · Julius II · Leo X · Adrianus VI · Clemens VII · Paulus III · Julius III · Marcellus II · Paulus IV · Pius IV · Pius V · Gregorius XIII · Sixtus V · Urbanus VII · Gregorius XIV · Innocentius IX · Clemens VIII |
17e-18e eeuw: | Leo XI · Paulus V · Gregorius XV · Urbanus VIII · Innocentius X · Alexander VII · Clemens IX · Clemens X · Innocentius XI · Alexander VIII · Innocentius XII · Clemens XI · Innocentius XIII · Benedictus XIII · Clemens XII · Benedictus XIV · Clemens XIII · Clemens XIV · Pius VI · Pius VII |
19e-20e eeuw: | Leo XII · Pius VIII · Gregorius XVI · Pius IX · Leo XIII · Pius X · Benedictus XV · Pius XI · Pius XII · Johannes XXIII · Paulus VI · Johannes Paulus I · Johannes Paulus II |
21e eeuw: | Benedictus XVI · Franciscus |
Cursief: tegenpaus
Petrus · Euodias · Ignatius · Hero · Cornelius · Eros · Theofilus van Antiochië · Maximus I · Serapion · Asclepiades · Filetus · Zebinnus · Babylas · Fabius · Demetrius · Paulus van Samosata · Domnus I · Timeüs · Cyrillus · Tyrannos · Vitalis · Filogonus · Paulinus · Eustatius · Eulalius · Eufornius · Filaclus · Stefanus I · Leontius · Eudoxius · Euzoius · Meletius · Flavianus I · Porfyrus · Alexander · Theodotus · Johannes I · Domnus II · Maximus II · Basilius · Acacius · Martyrius · Petrus de Vollere · Julianus · Petrus Fullo · Johannes II · Stefanus II · Callandion · Palladius · Flavianus II · Severus · Paulus I · Eufrosius · Efremus
Grieks-orthodoxe patriarchen:
Paulus II · Eufrasius · Efraïm · Domnus III · Anastasios I de Sinaïet · Georgios · Anastasios I van Antiochië · Anastasios II · Georgios II · Anastasius III · Macedonius · Gregorius I · Macarius · Theofanes · Sebastianus · Gregorius II · Alexander · Stefanus IV · Theofylactus · Theodorus · Johannes IV · Job · Nicolaas · Simeon · Elias · Theodosius I · Nicolaas II · Michaël · Zacharias · Georgius III · Job II · Eustratius · Christoforus I · Theodorus II · Agapius · Johannes IV · Nicolaas III · Elias II · Georgius Lascaris · Macarius de Zuivere · Eleuterius · Petrus III · Johannes VI · Emilianus · Theodosius II · Niceforus · Johannes VII · Johannes IX · Euthymius · Macarius II · Athanasius I · Theodosius III · Elias III · Christoforus II · Theodorus IV Balsamon · Joachim · Dorotheüs · Simeon II · Euthymius · Theodosius IV · Theodosius V · Arsenius · Dionysius · Marcus · Ignatius II · Pachomius · Nilus · Michaël III · Pachomius II · Joachim II · Marcus III · Dorotheüs II · Michaël IV · Marcus IV · Joachim III · Gregorius III · Dorotheüs III · Michaël V · Dorotheüs IV · Joachim IV Ibn Juma · Michaël VI Sabbagh · Joachim V · Joachim VI · Dorotheüs V · Athanasius III Dabbas · Ignatius III Attiyah · Euthymius III · Euthymius IV · Michaël III Zaim · Neofytos · Athanasius IV Dabbas · Cyrillus III Zaim · Athanasius IV Dabbas · Silvester · Filemon · Daniël · Euthymius V · Serafim · Methodius · Hiërotheos · Gerasimos · Spyridon · Meletius II Doumani · Gregorius IV Haddad · Alexander III Tahan · Theodosius VI Abourjaily · Elias IV Muawad · Ignatius IV Hazim · Johannes X Yazigi
Syrisch-orthodoxe patriarchen:
Severus · Sergius · Paulus II · Petrus III van Raqqa · Julianus I · Athanasius I Gammolo · Johannes II van de Sedre · Theodorus · Severius II bar Masqeh · Athanasius II · Julianus II · Elias I · Athanasius III · Iwanis I · Euwanis I · Athanasius alSandali · Georgius I · Jozef · Quryaqos van Takrit · Dionysius I · Johannes III · Ignatius II · Theodosius Romanos · Dionysius II van Antiochië · Johannes IV Qurzahli · Basilius I · Johannes V · Iwanis II · Dionysius III · Abraham I · Johannes VI Sarigta · Athanasius IV van Salah · Johannes VII bar Abdun · Dionysius IV Yahya · Johannes VIII · Athanasius V · Johannes IX bar Shushan · Basilius II · Johannes Abdun · Dionysius V Lazaros · Iwanis III · Dionysius VI · Athanasius VI bar Khamoro · Johannes X bar Mawdyono · Athanasius VII bar Qutreh · Michaël I de Grote · Athanasius VIII · Johannes XI · Ignatius III David · Johannes XII bar Madani · Ignatius IV Yeshu · Philoxenos I Nemrud · Michaël II · Michaël III Yeshu · Basilius III Gabriël · Philoxenos II de Schrijver · Basilius IV Shemun · Ignatius Behnam alHadli · Ignatius Khalaf · Ignatius Johannes XIII · Ignatius Nuh van Libanon · Ignatius Yeshu I · Ignatius Jakobus I · Ignatius David I · Ignatius AbdAllah I · Ignatius Nemet Allah I · Ignatius David II Shah · Ignatius Pilatus I · Ignatius Hadayat Allah · Ignatius Simonis I · Ignatius Yeshu II Qamsheh · Ignatius Abdul Masih I · Ignatius Gregorius II · Ignatius Isaac Azar · Ignatius Shukr Allah II · Ignatius Gregorius III · Ignatius Gregorius IV · Ignatius Matteüs · Ignatius Yunan · Ignatius Gregorius V · Ignatius Elias II · Ignatius Jakobus II · Ignatius Petrus IV · Ignatius Abdul Masih II · Ignatius Abd Allah II · Ignatius Elias III · Ignatius Afrem I Barsoum · Ignatius Jacob III · Ignatius Zakka I Iwas · Ignatius Aphrem II Karim
Latijnse patriarchen:
Peter I van Narbonne · Bernard van Valence · Ralf I van Domfront · Aimery van Limoges · Ralf II · Peter II van Angoulême · Peter III van Locedio · Peter van Capoue · Reinier · Albert Rezzato · Opizo Fieschi · Isnard · Gérald Othon · Raymond de Salgues · Séguin d'Anton · Wenzel Gerard van Burenitz · Johannes · Guillaume de la Tour · Denis du Moulin · Jacques Juvénal des Ursins · Lorenzo Zane · Alfonso Caraffa · Juan de Ribera · Luigi Caetani · Giovanni Battista Pamphili · Cesare Monti · Alessandro Crescenzi · Charles Thomas Maillard de Tournon · Giberto Bartolomeo Borromeo · Joaquín Fernández Portocarrero · Francesco Maria Pallavicini · Lodovico Calini · Giulio Maria della Somaglia · Antonio Despuig y Dameto · Lorenzo Girolamo Mattei · Albertus Barbolani di Montauto · Josephus Melchiades Ferlisi · Carolus Belgrado · Paulus Brunoni · Petrus De Villanova · Placidus Ralli · Vencentius Tizzani · Franciscus de Paula Cassetta · Carlo Nocella · Lorenzo Passarini · Ladislao Michele Zaleski · Roberto Vicentini
Zie de categorie Saint Peter van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |