Eik









Zie artikel

Voor het gehucht, zie Eik (Bilzen).















Eik

Vrijstaande eik
Vrijstaande eik

Taxonomische indeling




































Rijk:

Plantae (Planten)

Stam:

Embryophyta (Landplanten)

Klasse:

Spermatopsida (Zaadplanten)

Clade:
Bedektzadigen

Clade:
'nieuwe' Tweezaadlobbigen

Clade:
Fabiden

Orde:
Fagales

Familie:

Fagaceae (Napjesdragersfamilie)


geslacht

Quercus
L. (1753)


Afbeeldingen Eik op Wikimedia CommonsWikimedia Commons

Eik op WikispeciesWikispecies





Portaal  Portaalicoon  

Biologie


Eik (Quercus) is een geslacht van loofbomen. Tot dit geslacht behoren zowel bladverliezende als altijd groenblijvende bomen. Wanneer in het Nederlands over de eik gesproken wordt, gaat het meestal over de zomereik. Eikenhout wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. In het algemeen is eikenhout sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken.


De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de gaai en van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. Eekhoorns begraven voorraden eikels voor de winter. Als een eekhoorn omkomt of de voorraad niet of onvolledig aanspreekt of vergeet, is dat een ideale plaats voor de eikels om te ontkiemen.




Inhoud






  • 1 Heiligdom


  • 2 Giftigheid


  • 3 Parasieten


  • 4 Soortenlijst


  • 5 Bliksem


  • 6 Zie ook


  • 7 Externe links





Heiligdom


Eiken werden door voorchristelijke bewoners van West-Europa gebruikt als boomheiligdom. Een voorbeeld hiervan is de Heilige Eik van Den Hout bij Oosterhout. De roomse Heilige Bonifatius (heilige), een christelijk missionaris die heidenen vervolgde om hun religie, werd bij Dokkum door de voorchristelijke Friezen doodgeslagen omdat hij hun eikenheiligdommen had verbrand en daarmee door dreigde te gaan tot er geen heilige eik meer over was.


Vanaf de zesde eeuw werden in het noordelijk terpengebied ook wel eiken kisten gebruikt die van uitgeholde boomstammen waren gemaakt. Voorbeelden van dergelijke kisten zijn onder de Martinikerk in Groningen en in de terp van Hogebeintum gevonden. De eiken lijken speciaal voor dit doel te zijn gekweekt in heilige bossen waarvan christelijke bronnen melding maken. De Franken maakten een einde aan de begravingen in deze bijzondere boomstamkisten.[1]


Het woord eik is verwant aan het Indische igja dat verering betekent. Het woord druïde is verwant met het Keltische woord voor eik, zo was de verzamelplaats van de Galaten bekend als Drunemeton ("eikheiligdom").



Giftigheid


Zowel de bladeren als de eikels van de eik bevatten tannine. Deze tannines kunnen het maag-darmstelsel irriteren. In het lichaam worden zij omgezet tot pyrogallol, een sterk bloedgif, dat hemolyse veroorzaakt. Eikels - die tot de noten worden gerekend[2] - zijn giftig voor mensen, hoewel er indianenstammen waren die zich voornamelijk met eikels voedden door ze zo te bereiden dat de tannines er grotendeels uit verwijderd werden. Paarden, schapen en runderen zijn zeer gevoelig voor dit gif, maar varkens verdragen eikels goed. Ook wilde zwijnen, herten en eekhoorns eten veel eikels.



Parasieten


De eikengalwesp (Cynips quercusfolii) legt op de onderkant van eikenbladeren haar eitjes. De eik kapselt deze in tot 3 centimeter grote gele tot rode galappels. Er zijn vijftig verschillende galwespen die op de eik leven.


De bastaardsatijnvlinder legt in augustus haar eitjes op het blad boven in de boom. De larven eten enkele weken van het groen van de eik en maken dan een gemeenschappelijk nest van spindraden in de takken. Hierin overwinteren de larven. Als de eik weer blad krijgt, vreten zij zich vol totdat ze volgroeid zijn. Dit kan een behoorlijke aanslag betekenen op de boom. De eik overleeft dit door in juli alle slapende knoppen te laten uitkomen.




Soortenlijst























































































































Nederlandse naam
Botanische naam
Gezaagdbladige eik
Quercus acutissima
Amerikaanse witte eik
Quercus alba
Japanse eik
Quercus aliena
Gouden eik
Quercus alnifolia
Californische struikeik
Quercus berberidifolia
Tweekleurige eik
Quercus bicolor
Moseik
Quercus cerris L.
Hulsteik
Quercus coccifera L.
Scharlaken eik
Quercus coccinea Münchh.

Quercus dalechampii Ten.
Portugese eik
Quercus faginea
Hongaarse eik
Quercus frainetto Ten.
Steeneik
Quercus ilex

Quercus lamellosa

Quercus lusitanica
Perzische eik
Quercus macranthera
Mongoolse eik
Quercus mongolica Fisch. ex Ledeb.
Moeraseik
Quercus palustris
Wintereik
Quercus petraea (Mattuschka) Lieblein

Quercus polycarpa Schur
Donzige eik
Quercus pubescens Willd.
Pyreneeëneik
Quercus pyrenaica
Zomereik
Quercus robur L.
Amerikaanse eik
Quercus rubra L.

Quercus semecarpifolia
Kurkeik
Quercus suber

Quercus trojana

Quercus virgiliana Ten.


Bliksem


Eiken werden voorheen wel gezien als natuurlijke bliksemafleider.[bron?] Een eik heeft een penwortel en omdat de wortels van de eik dieper gaan dan bijvoorbeeld die van de beuk zou er een beter contact met het grondwater zijn. Er werd gezegd[bron?] dat de bliksem daardoor eerder inslaat in eiken dan in beuken. Bij onweer zou een beuk veiliger zijn om onder te schuilen getuige het gezegde: "Van eiken moet je wijken, maar boeken (beuken) moet je zoeken".



Zie ook


Eikenbladsla, een slasoort waarvan het blad op dat van een eik lijkt.



Externe links




  • Quercus in de Flora of North America


  • Quercus in de Flora of China


  • Quercus in de Flora of Pakistan


  • Quercus in de NCBI Taxonomy Browser



















Popular posts from this blog

Knooppunt Holsloot

Altaar (religie)

Gregoriusmis