Stam (biologie)
In de biologie is een stam (formeel aangeduid met de Latijnse term phylum, in Nederlandse spelling ook wel fylum), een taxonomische rang in een taxonomische hiërarchie, of een taxon in die rang. In de plantkunde werd voorheen de term afdeling (formeel divisio) gebruikt.
In de taxonomie van Linnaeus was er geen sprake van phyla. Linnaeus deelde de dieren in 6 klassen in, de Pisces (vissen), Amphibia (amfibieën en reptielen), Aves (vogels), Mammalia (zoogdieren), Insecta (insecten) en de Vermes (restgroep met "wormen" en andere dieren). De vier eerstgenoemde klassen worden samen met nog enkele groepen nu ondergebracht in de stam Chordata, de insecten vormen een onderdeel van de geleedpotigen en de Vermes zijn opgesplitst in een groot aantal stammen. In totaal worden er bij dieren zo'n 35 stammen onderscheiden, die echter ook weer op diverse hogere niveaus worden gegroepeerd. Het precieze aantal stammen hangt van de auteur af.
Bacteriestam
Bij de bacteriën worden meerdere stammen onderscheiden. De term 'stam' wordt hier vermeden, want 'stam' heeft hier nog een andere, niet-taxonomische betekenis, die hiërarchisch gezien nog lager dan een soort ligt. Zo wordt de term 'stam' gebruikt om een isolaat aan te duiden die onderscheiden kan worden van andere isolaten op basis van morfologische of genetische eigenschappen. Een isolaat is een cultuur van bacteriën die zuiver is, in betekenis dat alle bacteriën in die cultuur afstammen van één enkele bacteriële kolonie, één bacteriële kolonie is een klein rond vlekje op een voedingsbodem ontstaan uit één enkele bacterie, een dergelijke cultuur wordt dan ook een reincultuur genoemd.
Zie ook
- Stam (plant)