Karst (geografie)
Met de term karst worden alle verschijnselen bedoeld die te maken hebben met de oplossing van kalksteen in water.
Karst doet zich voor in streken waar kalksteen aan de oppervlakte ligt en wordt aangetast door de chemische verwering door de zure eigenschappen van regenwater. Karst veroorzaakt steeds enkele typische landschapsvormen en kenmerken:
- cenotes
dolines (door karst gevormde zinkgaten)- gouffre
- grotten
- karstdalen
- karstpijpen
- kegelkarst
lapiaz, kleine of grotere oppervlakten van blootliggende kalksteen- poljes
resurgentiebronnen (ook karstbronnen genoemd)- verdwijnende rivieren
Voorbeelden van Europese dieren die zich thuis voelen in het karstlandschap zijn de olm (Proteus anguinus), een salamander die in onderaardse kalksteengrotten leeft, en de karsthagedis (Podarcis melisellensis), die zijn naam te danken heeft aan de biotoop.
In Nederland komt karstvorming voor in de Limburgse mergelgroeven. Het betreft zowel horizontale Karstpijpen (bijv. stelsel Zonneberg) als verticaal (in het plafond, bijv. in de Barakkenberg). In het Noordelijk gangenstelsel bevindt zich de enige karstgang van Nederland, die groot genoeg is om er in te kruipen. Deze heeft een lengte van 18 meter, kent ook aftakkingen en werd in 1986 gekarteerd. Deze locatie is echter niet meer publiek toegankelijk vanwege instortingsgevaar. Ook in de mergelgroeven op het Belgische gedeelte van de Sint-Pietersberg (plateau van Caestert) zijn karstverschijnselen te zien.
Voor vele verschillende karstgebieden in andere delen van de wereld zie: Lijst van karstgebieden.
Zie de categorie Karst van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |