Inductie (elektriciteit)
Elektromagnetisme | |
---|---|
elektriciteit · magnetisme | |
Elektrostatica elektrische lading · elektrisch veld elektrische potentiaal · wet van Coulomb elektrische flux · wet van Gauss | |
Magnetostatica magnetisch veld · elektrische stroom wet van Ampère · lorentzkracht magnetische flux · dipoolmoment | |
Elektrodynamica inductie · wetten van Maxwell elektromagnetische golf wet van Faraday | |
Elektriciteitsleer spanning · stroom · weerstand condensator · spoel · impedantie wet van Ohm | |
Wetenschappers Ampère · Coulomb · Faraday · Gauss Lorentz · Maxwell · Ohm · Tesla Volta · Weber · Ørsted |
Inductie is het natuurkundige verschijnsel dat over een geleider een elektrische spanning wordt opgewekt als de geleider zich bevindt in een veranderend magnetisch veld, of als een geleider beweegt in een magnetisch veld. Inductie is het belangrijkste principe waarop transformatoren en generatoren gebaseerd zijn.
Het woord 'inductie' werd vroeger ook gebruikt voor de magnetische fluxdichtheid.
Inhoud
1 Ontdekking
2 Formules
3 Zelfinductie
4 Zie ook
Ontdekking
In het algemeen wordt de ontdekking van inductie toegeschreven aan Michael Faraday, die in het jaar 1831 de werking van een elektromagneet (een stroom wekt een magneetveld op) probeerde om te keren (een magneetveld wekt een stroom op). Mogelijk is het werk van Michael Faraday gebaseerd op werk van Francesco Zantedeschi uit 1829. Ongeveer tussen 1830[1] en 1832[2] deed de Amerikaan Joseph Henry een soortgelijke ontdekking maar publiceerde hierover pas veel later.
Formules
De inductiespanning U{displaystyle U} (in volt) is evenredig met de variatie in de sterkte van het magnetisch veld, de magnetische flux, Φ{displaystyle {mathit {Phi }}} (in weber), gedurende een bepaalde tijd t{displaystyle t} (in seconde). N{displaystyle N} is het aantal windingen van de spoel.
- U=−NdΦdt{displaystyle U=-N;{frac {{rm {d}}{mathit {Phi }}}{{rm {d}}t}}}
De zin waarin de stroom loopt in de spoel wordt gegeven door de wet van Lenz en is zodanig dat de verandering van de flux wordt tegengewerkt.
De inductiespanning U{displaystyle U} op een bepaald moment is evenredig met de grootte van de magnetische fluxdichtheid B{displaystyle B} (in tesla), evenredig met de lengte van de geleider in het magnetische veld l{displaystyle l} (in meter) en evenredig met de snelheid v{displaystyle v} van de geleider ten opzichte van het magnetische veld.
- U=−B⋅l⋅v{displaystyle U=-Bcdot lcdot v}
Bovengenoemde formule wordt ook gebruikt om met een magnetische stromingsmeter de stroomsnelheid van een elektrisch geleidende vloeistof of suspensie te meten.
Zelfinductie
Er treedt ook inductie op in een geleidende component waarin een verandering van stroomsterkte optreedt. Dat komt doordat om de component heen zich een veranderend magnetisch veld bevindt dat veroorzaakt wordt door die veranderende stroom zelf. Deze inductie uit zich als een spanning die de oorzaak van de verandering van de stroom tegenwerkt: men spreekt dan van een zelfinductie.
- U=−LdIdt{displaystyle U=-L{frac {{rm {d}}I}{{rm {d}}t}}}
waarin L{displaystyle L} de zelfinductie is (in henry), I{displaystyle I} de stroom en ddt{displaystyle {tfrac {rm {d}}{{rm {d}}t}}} staat voor de afgeleide naar de tijd.
In de elektrotechniek wordt een spoel gebruikt als een zelfinductie nodig is; een spoel bestaat uit meerdere windingen waardoor dezelfde stroom loopt en welke dezelfde magnetische flux omvatten. De zelfinductie van een spoel is evenredig met het kwadraat van het aantal windingen.
Zie ook
- Inductieverhitting
- Inductiekoken
Inductiewet van Faraday (voor uitgebreide versie van dit artikel)
Voetnoten
|