Hans Christian Andersen
Hans Christian Andersen | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Hans Christian Andersen | |||
Ook bekend als | Andersen | |||
Geboren | 2 april 1805 | |||
Geboorteplaats | Odense | |||
Overleden | 4 augustus 1875 | |||
Overlijdensplaats | Kopenhagen | |||
Land | Denemarken | |||
Beroep | Schrijver | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1827-1870 | |||
Genre | Romantiek | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Hans Christian Andersen (Odense, 2 april 1805 – Kopenhagen, 4 augustus 1875) was een Deens schrijver en dichter, het bekendst om zijn sprookjes.[1] In eigen land wordt hij gewoonlijk bij zijn voorletters H.C. Andersen genoemd (Deense uitspraak: ho cee).
Inhoud
1 Biografie
1.1 Dood
2 Bibliografie
2.1 Sprookjes
2.2 Romans
2.3 Drama's
3 Muziek en Andersen
4 Muziekwerken geïnspireerd op Andersens werk
5 Externe links
6 Biografieën
Biografie
Hans Christian Andersen werd geboren en groeide op in Odense, in grootte de derde stad van Denemarken. Zijn vader was schoenmaker en overleed toen Hans Christian 11 jaar oud was. In zijn vroege jeugd speelde hij graag met zijn poppenkast. Hij wilde graag acteur worden, maar werd niet aangenomen bij de koninklijke theaterschool (1819). Zijn opleiding kreeg hij aan een school voor armen, totdat hij op 17-jarige leeftijd via vrienden een beurs kreeg voor een goede school. Op deze laatste school werd hij veel gepest door leraren en leerlingen. Andersen stond bekend als een verlegen en stil persoon, niet goed in de omgang met anderen. Daarom wordt gezegd dat het lelijke eendje een autobiografisch sprookje is; hierin wordt een lelijk eendje een mooie zwaan, zo ook in het echte leven van Andersen: de 'zwakkeling' wordt een beroemd schrijver.
Zijn debuut was in 1827 met het gedicht Det døende Barn (Het stervende kind) dat hem zeer onder de aandacht bracht. In 1835 werd de roman Improvisatoren (De improvisator) uitgebracht na een studiereis door Europa. Deze roman was zowel een pittoreske beschrijving van Italië als een autobiografie. In 1835 werd ook zijn eerste verzameling Eventyr, fortalt for Børn (Sprookjes, aan kinderen verteld) uitgegeven. Dit waren hervertellingen van veelal traditionele sprookjes. Het was geschreven in een verfijnde vorm, vaak met een dubbele bodem, die voor kinderen te begrijpen was, terwijl de bundel op volwassenen geënt was. Zijn latere sprookjesbundels, vol eigen sprookjes met een grote spanwijdte, weken verder en verder van kinderliteratuur af. Ze vallen in meerdere categorieën uiteen, vanaf de poëtisch-filosofische mythe tot aan realistischer korte verhalen. Gemeenschappelijk is echter het humoristische inzicht van Andersen.
Andersen schreef meerdere autobiografieën, maar het in 1855 gepubliceerde Mit Livs Eventyr (het sprookje van mijn leven) is de belangrijkste.
In Odense is het Hans Christian Andersenmuseum te vinden, waarin zijn leven is te volgen. Het huis waarin hij opgroeide is daar ook te bezichtigen.
Ook was hij een graag geziene maar bovenal gehoorde gast aan het hof van koningin Victoria.
Andersen hield een uitgebreid dagboek bij. Uit dit dagboek weten we dat Andersen drie bezoeken heeft gebracht aan Amsterdam in 1847, 1866 en 1868. Hij logeerde aldaar bij koopman Brandt die woonde in de grootste van de vier Cromhouthuizen (Herengracht 364 - 370) op nummer 368. In dit pand is nu het Bijbels Museum gevestigd. Het museum gebruikt deze anekdote graag. Andersen zou er ook aan een sprookje hebben gewerkt, maar het is niet bekend welk.
Tob de Bordes maakte over zijn bezoeken een NCRV televisieproductie 'Andersen in Amsterdam' in 1975.[2]
Dood
In het voorjaar van 1872 viel Andersen uit zijn bed en raakte hij ernstig gewond. Hij herstelde niet meer volledig maar leefde nog tot 4 augustus 1875. Zijn lichaam werd bijgezet op Assistens Kirkegård in Kopenhagen.
Bibliografie
Sprookjes
Enkele bekende sprookjes zijn:
- De prinses op de erwt
- De nieuwe kleren van de keizer
- De Chinese nachtegaal
- Het lelijke eendje
- De kleine zeemeermin
- De rode schoentjes
- Het meisje met de zwavelstokjes
- De standvastige tinnen soldaat
- De sneeuwkoningin
- Duimelijntje
- De wilde zwanen
- De tondeldoos
- Klaas Vaak
- De mestkever
In 2005 opende pretpark de Efteling zijn vijfentwintigste sprookje in het Sprookjesbos: Het meisje met de zwavelstokjes. Eerder waren al De Chinese Nachtegaal, De kleine zeemeermin en De rode schoentjes van Andersen in het sprookjespark te bezichtigen. Sinds 8 november 2012 is ook het sprookje De nieuwe kleren van de keizer te zien.
Romans
Improvisatoren (1835)
O.T. (1836)
Kun en Spillemand (1837)
De to Baronesser (1848)
At være eller ikke være (1857)
Lykke-Peer (1870)
Drama's
Bruden fra Lammermoor (1832)
Ravnen eller Broderprøven (1832)
Agnete og Havmanden (1833)
Festen paa Kenilworth (1836)
Den Usynlige paa Sprogø (1839)
Mulatten (1840)
Maurerpigen (1840)
Kongen drømmer (1844)
Lykkens Blomst (1845)
Den nye Barselstue (1845)
Liden Kirsten (1846)
Brylluppet ved Como-Søen (1849)
En Nat i Roeskilde (1849)
Meer end Perler og Guld (1849)
Ole Lukøie (1850)
Hyldemoer (1851)
Nøkken (1853)
Han er ikke født (1864)
Muziek en Andersen
Andersen werkte in zijn leven samen met verschillende componisten en was een groot muziekliefhebber. Hij volgde de ontwikkelingen in de muziek met grote interesse. Gedurende zijn reizen ontmoette hij Mendelssohn, Robert Schumann en Richard Wagner. Als ‘theaterman’ had hij met name grote interesse in opera. Hij beschreef Wagners muziek voordat het Deense publiek met diens muziek had kennisgemaakt. Ook na Andersens dood bleef zijn werk vele componisten inspireren; er verschenen diverse balletten en opera's naar zijn sprookjes en liederen naar zijn gedichten en dat gebeurt ook nu nog.
In de jaren 1830 werkte Andersen samen met de bekende Deense componist Christoph Ernst Friedrich Weyse aan het romantisch zangspel Festen pø Kenilworth, dat in 1836 in het Koninklijk Theater van Kopenhagen werd opgevoerd. Een andere componist met wie Andersen samenwerkte was zijn leeftijdgenoot Johan Peter Emilius Hartmann. Deze samenwerking duurde lang en was intensief. Hun eerste werk was de opera Ravnen, eller Broderprøven, een ambitieus werk in drie akten dat in 1832 zijn première beleefde. Andersen baseerde dit werk op een toneelstuk van Carlo Gozzi. Ook de opera Liden Kirsten uit 1844-46 was een resultaat van hun samenwerking.[3] Andersen schreef ook een aantal libretto's voor opera's:
Bruden fra Lammermoor (een bewerking van The Bride of Lammermoor van Walter Scott) voor de componist I.F. Brendal, 1832;
Ravnen, eller Broderprøven voor J.P.E. Hartmann, 1832;
Festen på Kenilworth voor C.E.F. Weyse, een romantisch zangspel, 1836;
Brylluppet ved Como-Søen (de bruiloft aan het Comomeer) voor de Duitse componist Franz Gläser, 1849;
Nøkken (de watergeest) ook voor de componist Gläser, 1853;
Liden Kirsten, op. 44, een opera van J.P.E. Hartmann uit 1846.
Muziekwerken geïnspireerd op Andersens werk
Dit is geen volledige lijst.[4]
Niels W. Gade: Agnete og Havmanden (toneelmuziek), op. 3 (1842)
August Enna: Den lille pige med svovlstikkerne (opera) (1899)
Alexander Zemlinsky: Die Seejungfrau (1903)
Igor Stravinsky: Solovey (Le rossignol) (muzieksprookje) (1908-14) - Pesnya solov'ya (Chant du Rossignol)
Paul von Klenau: Klein Idas Blumen (ballet naar: Lille Idas blomster) (1916)(symfonisch gedicht / ballet, beide gebaseerd op Nattergalen) [arrangement van Solovey] (1917)
Charles Villiers Stanford: The travelling Companion, op. 146 (opera, gebaseerd op Rejsekammeraten) (1919)
Alfred Bruneau: Le jardin du paradis (conte lyrique, gebaseerd op Paradisets have) (1921)
Alexandre Tansman: Le jardin du paradis (ballet) (1922)
Florent Schmitt: Le petit elfe ferme-l'oeil, op. 73 (ballet) (1923)
Nino Rota: Il principe porcaro (opera, gebaseerd op Svinedrengen) (1926)
Ernst Toch: Die Prinzessin auf der Erbse, op. 43 (opera, gebaseerd op Prinsessen på ærten) (1927)- Igor Stravinsky: Le baiser de la fée (The fairy's kiss) (allegorisch ballet) (1928)
Rudolf Wagner-Régeny: Der nackte König (opera, gebaseerd op Kejserens nye klæder) (1928)
Louis Glass: Episoder af H. C. Andersens eventyr ‘Elverhøj’, op. 67 (1931)
Daniel Sternefeld: Mater Dolorosa (opera, gebaseerd op Historien om en moder) (1935)
Finn Høffding: Det er ganske vist, op. 37 (1940)
Poul Schierbeck: I Danmark er jeg født, op. 43 (1941)
Werner Egk: Die chinesische Nachtigall (ballet) (1953)
Else Marie Pade: De kleine zeemeermin (1958)
Hans Werner Henze: L'usignolo dell'imperatore (pantomime) (1959)
Alexandre Tansman: Les habits neufs du roi (ballet) (1959)
Alun Hoddinott: What the Old Man does is always Right (opera) (1977)
Søren Hyldgaard: Hans Christian Andersen Suite (for concertband) 1997
Edward Ferdinand: De Sneeuwkoningin (musical) 2006
Pet Shop Boys: The Most Incredible Thing (ballet, geïnspireerd op Det Utroligste) (2011)
Externe links
- Hans Christian Andersen (1805-1875), Koninklijke Bibliotheek
- Librivox: Andersen audioboeken in het Nederlands
- Hans Christian Andersen Information Odense
- Hans Christian Andersen biography
Biografieën
- André Roes, Kierkegaard en Andersen, Uitgeverij Aspect, Soesterberg (2017), ISBN 9789463382151.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Hans Christian Andersen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Bronnen over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Forfatter:Hans Christian Andersen van de Deenstalige Wikisource |