Nieuwe Jeruzalem
Het Nieuwe Jeruzalem is volgens Openbaring 21-22 de definitieve woonplaats van de christelijke gemeente en de gelovigen uit het Oude Testament.[1]
In de christelijke eschatologie neemt de dag des oordeels een belangrijke plaats in, getuige het aantal vermeldingen in de Bijbel, zoals hieronder genoemd. De dag des oordeels vindt volgens Openbaring plaats na het duizendjarige rijk en wordt daar het Oordeel voor de Grote Witte Troon (van God) genoemd.[2] Dan zullen alle doden van de mensheid herrijzen uit hun graven en samen met de dan levenden het loon voor hun levenswandel ontvangen. Naast alle gevallen Engelen worden de mensen die de genade van God afwijzen verwijderd uit Gods aangezicht en verbannen naar de 'buitenste duisternis' waar het 'geween en knarsen der tanden' is. De genade zou dan voor iedereen zijn die het wil aannemen. Diegenen die deze genade van God hebben aangenomen zouden dan gerechtvaardigd zijn in Gods ogen en mogen voor eeuwig leven met God op een hernieuwde hemel en aarde—zoals God het volgens deze visie vanaf het begin bedoeld zou hebben.
Er zijn verschillende interpretaties van deze stad. Enkelen denken dat het een echte stad is, anderen denken dat het figuurlijk is en een Hemels Israël voorstelt. Dit heeft grote invloed op de mogelijke interpretatie van dit Bijbelgedeelte.
Omschrijving van de stad
De grootte van de stad is enorm, namelijk 12 000 stadie, wat overeenkomt met 2304 kilometer. De stad is net zo lang als breed als hoog en vormt dus een kubus.[3] De totale oppervlakte van de stad zou uitkomen op 5,3 miljoen km². De stad schittert als jaspis. De straten zijn van goud en schitteren als glas.
In het Nieuwe Jeruzalem is volgens Johannes geen tempel te zien. Dit is omdat God de tempel zelf is met Jezus. De stad heeft geen licht van de zon of van de maan nodig. God en Jezus zijn het licht in de stad, waarin de volken leven. De poorten van de stad zullen ook nooit gesloten worden en er zal geen nacht meer zijn. Hoewel de poorten altijd open zijn, komt alles wat 'verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat' de stad niet binnen.
Door de stad loopt een kristalheldere rivier die ontspringt aan de troon van God en Jezus, die in de stad zelf staat. Het water uit de rivier is het water dat leven geeft. In het midden van het plein van de stad en aan beide kanten van de rivier staat een levensboom. Deze geeft twaalf soorten vruchten af. Elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brengen het volk genezing en er zal niets meer zijn waar nog een vloek op rust.
Tijdens het Duizendjarig rijk zal de stad boven de aarde zweven en zullen de gelovigen vanuit deze 'thuisbasis' de aarde en het universum regeren samen met Christus die voorlopig troont in het oude aardse Jeruzalem als de door de profeten beloofde grote Koning van Israël. Na het duizendjarig rijk, het verdwijnen van de oude hemel en aarde en het laatste Oordeel komt er een nieuwe hemel en aarde waarop het hemelse nieuwe Jeruzalem zal nederdalen en voor altijd de woonplaats van God en de gelovigen zal zijn.
Muren
De muren van de stad zijn 144 el hoog, wat overeenkomt met 64,8 meter.
De muren zijn gemaakt van jaspis.
De vier muren hebben grondstenen, twaalf in totaal. Op deze grondstenen staan de twaalf apostelen van Jezus. De grondstenen waren versierd met edelstenen, elke grondsteen zijn eigen edelsteensoort. Dit zijn, in de Nieuwe Bijbelvertaling, de twaalf soorten:
- Jaspis
- Lazuursteen
- Kornalijn
- Smaragd
- Sardonyx
- Sarder
- Olivijn
- Aquamarijn
- Topaas
- Turkoois
- Granaat
- Amethist
Poorten
De muren hebben twaalf poorten, in elke muur drie. Op elke poort staat de naam van een van de twaalf stammen van Israël. De poorten waren twaalf parels, elke poort een parel op zich. Of dit letterlijk wordt bedoeld, is niet duidelijk. Het kan ook zijn dat ze er als parels zo mooi uitzagen. Bij elk van deze poorten staat een engel.
Bronnen, noten en/of referenties
|