Vrij socialisme
SOCIALISME |
Ontwikkeling |
Geschiedenis van het socialisme |
Ideeën |
Gelijkwaardige behandeling |
Varianten |
Communisme |
Mensen |
Claude Henri de Saint-Simon |
Organisaties |
Eerste Internationale |
Portaal Politiek |
ANARCHISME |
Maatschappijvormen |
Anarchocommunisme |
Tactische en Filosofische Opvattingen |
Anarchafeminisme |
Verzameltermen |
Libertair socialisme |
Libertair, libertarisch of vrij socialisme is een politieke ideologie op het snijvlak van anarchisme en socialisme. Het streeft een autoriteitsloze samenleving met een socialistische, democratische economie na. De anarchistische vleugel van het libertarisch socialisme wordt tot het sociaal-anarchisme gerekend en is verwant aan het anarchosyndicalisme.
Kenmerken
Het libertaire socialisme is een verzamelterm die op verschillende manieren gebruikt kan worden. Anarchisten zoals Ferdinand Domela Nieuwenhuis en Benjamin Tucker gebruikten de term libertair socialisme als een synoniem voor het anarchisme. (In die tijd bestond het zogenaamde 'anarchokapitalisme' nog niet.) Dit betekent dan dat libertair socialisme de verzamelterm was voor mutualisme, collectief-anarchisme, individualistisch anarchisme en het anarchocommunisme.[1][2][3] Na de komst van het anarchokapitalisme – rond 1960 – staan deze antikapitalistische vormen van het anarchisme bekend onder de verzamelnaam het sociaal-anarchisme of socialistisch anarchisme.
Echter, de term libertair socialisme wordt ook gebruikt voor niet-anarchistische denkbeelden. Zo beweerde Peter Hain dat libertaire socialisme niet neerkomt op anarchisme, maar op minarchisme. Dus volgens hem wilden anarchisten de Staat afschaffen, terwijl de libertair socialisten de macht van de Staat slechts wilden beperken.[4]
Voorbeelden van minarchistische libertair socialisme zijn de Socialistische Partij (1918-1928) van Kolthek, het revolutionair syndicalisme, gildesocialisme en het Parecon-model van Michael Albert en Robin Hahnel. Zo wil het gildesocialisme dat de fabrieken en werkplaatsen onder arbeiderszelfbestuur komen, terwijl de staat blijft bestaan, maar geen directe rol speelt in het economische leven. Dus het kapitalistische loonarbeid is dan afgeschaft, terwijl de productie ook niet onder staatssocialisme viel.
Libertair socialisten zijn altijd zowel tegen particulier eigendom van productiemiddelen als tegen iedere vorm van Staatseigendom van productiemiddelen. Dit in tegenstelling tot libertariërs, die ook tegen overheid zijn maar wel het particuliere eigendom van de productiemiddelen erkennen, en in tegenstelling tot de meeste marxisten die tegen persoonlijk eigendom zijn maar de staat zien als een strijdmiddel.
Net als libertariërs en anarchisten wijzen de (andere) libertair socialisten elke bemoeienis van de overheid op het persoonlijke vlak af. Op die manier proberen ze een zo groot mogelijke vrijheid te verkrijgen zonder dat de minderbedeelden daar het slachtoffer van worden. Veel libertair socialisten zijn van mening dat eigendom diefstal is, en streven dus naar afschaffing van privaat eigendom van de productiemiddelen en wat daar met behulp van de toewending van de arbeidskracht van de werkenden uit voortkomt. Ze zien meer iets in het recht van eenieder om algemene goederen te mogen gebruiken, maar nooit bezitten.
Recent kent het libertair socialisme ook een andersglobalistische tak, ecologisch georiënteerd, en zich inspirerend op het autonomisme en het situationisme van de laatste decennia van de twintigste eeuw.
Bekende libertair socialisten
Bekende libertair socialisten zijn/waren Noam Chomsky, Emma Goldman, Oscar Wilde, Pierre-Joseph Proudhon, Emiliano Zapata, Howard Zinn, Michel Onfray, Robin Hahnel, en Michael Albert. De twee laatstgenoemde auteurs zijn bekend vanwege hun Pareconmodel dat gebaseerd is op decentrale planning.
Zie ook
- Individualisme en Socialisme
- Rapaille Partij
- Socialistische Partij (1918-1928)
- Parecon
Bronnen, noten en/of referenties
|
Politieke stromingen |
---|
politiek spectrum · extreemlinks · links · centrum · rechts · extreemrechts |