Erfrecht
Het erfrecht of erfenisrecht (België) is het deel van het burgerlijk recht dat de erfopvolging of successie regelt, dat wil zeggen regelt wat er gebeurt met bezittingen en schulden van iemand als die overlijdt. Het woord erfrecht kan ook gebruikt worden in de betekenis van het concrete recht van iemand om iets concreets te erven, bijvoorbeeld het erfrecht op de nalatenschap van een overleden familielid.
Inhoud
1 Europese regels over erfrecht
2 Nederland
3 België
3.1 Ordes en graden
3.2 Reservataire erfgenamen
3.2.1 Voorbeeld
3.2.2 Oorsprong
3.2.3 2017
3.2.4 2018
4 Referenties
Europese regels over erfrecht
Vanaf 17 augustus 2015 is een Europese Erfrechtverordening in werking getreden. In principe geldt het rechtssysteem van het land waar de overledene zijn hoofdverblijf heeft. Het is echter mogelijk in het testament het erfrecht te kiezen van de nationaliteit van de erflater. De notaris die de erfenis behandelt kan in alle Europese landen optreden om de buitenlandse bezittingen af te wikkelen. Het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken hebben de Europese verordening niet aangenomen.[1]
De belastingregels over successie zijn vaak per land verschillend. Er zijn weinig bilaterale verdragen op het gebied van successiebelastingen, maar er zijn veel landen die wel regelingen hebben om dubbele erfbelasting te vermijden. Bijzonder is dat bijvoorbeeld Spanje niet de erflater (overledene) belast maar de erfgenamen woonachtig in Spanje, ook al heeft de overledene geen binding met Spanje.[2] Een Nederlander die niet in Spanje woont hoeft geen Spaanse erfbelasting te betalen op een Spaanse erfenis, maar als de erflater een Nederlander is die nog geen 10 jaar in het buitenland heeft gewoond wel Nederlandse erfbelasting.
Volgens de Europese Commissie voldoet Nederland niet aan de Europese regels voor vrij verkeer van kapitaal in Europa. Er zijn belemmeringen (verplichte Nederlandse registratie van de goede doelen), waardoor een schenking aan goede doelen in het buitenland zwaarder belast wordt.
[3][4]
Nederland
Zie Erfrecht (Nederland)
België
Het erfrecht in België wordt geregeld in boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Het recht op het nalatenschap is sinds 2003 veranderd, waarbij vooral de nalatenschap van de langstlevende echtgenoot werd herzien. Ingeval er geen testament is, heeft de langstlevende echtgenoot recht op het vruchtgebruik op de volledige nalatenschap. De erfgenamen krijgen de naakte eigendom. Indien er alleen een langstlevende echtgenoot aanwezig is én ook de ouders van de overleden echtgenoot niet meer in leven zijn, dan krijgt deze de volle eigendom op de volledige nalatenschap.
Ordes en graden
Het Belgisch erfrecht onderscheidt volgende ordes
- de descedenten (kinderen, kleinkinderen, ...);
- de broers en zussen (bevoorrechte zijverwanten), deze komen dan samen met de ouders op indien die nog leven;
- de ascedenten (ouders, grootouders en volgende indien geen broers of zussen aanwezig zijn);
- de overige zijverwanten (ooms, tantes, neven en nichten);
- de staat, indien geen van voorgaande aanwezig is of alle erfgenamen de erfenis hebben verworpen.
Het bestaan van een eerdere orde, sluit het bestaan van de volgende orde uit. Met andere woorden zal, bij afwezigheid van een testament, wie in orde twee staat, niets erven als er reeds een orde 1 is.
Een begunstigde, is iemand die binnen zijn orde de dichtstbijzijnde graad heeft. Een graad is typisch een generatiesprong. De kinderen van een overledene zijn graad 1 en zijn kleinkinderen zijn graad 2. Indien binnen de orde één begunstigde aanwezig is, krijgt deze begunstigde alles.Zelfs indien ook in de volgende orde iemand met dezelfde graad bestaat. Concreet betekent dit dat hoewel de broer en de enige zoon van een overledenen dezelfde graad hebben, het toch enkel de enige zoon is die zal erven. de zoon staat immers in een hogere orde dan de broer.
Binnen één orde kan er evenwel sprake van plaatsvervanging zijn. Stel dat een persoon kinderloos sterft en zijn nalatenschap naar zijn broer en zijn zus gaan; Dan is het zo dat als ook de broer reeds overleden is, zijn helft van de nalatenschap over zijn kinderen verdeeld kan worden. De zus krijgt dan pas de volle erfenis, als ook haar andere broer geen kinderen had.
Vanaf orde 3 gebeurt er een 'kloving'. De erfenis wordt dan in twee gesplitst: een deel gaat naar de vaderlijke tak en een deel gaat naar de moederlijke tak.
Reservataire erfgenamen
In de wet zijn zogenaamde reservataire erfgenamen opgenomen. Deze erfgenamen hebben een bij wet voorbehouden deel van de nalatenschap naar hen toekomend. Dit heet het principe van de gelijkheid der eerste orde erfgenamen (l'égalité) en komt voor uit de Code Napoléon van 1804. Voor descedenten kan dit oplopen tot 3/4 (te verdelen onder het aantal kinderen) en voor bevoorrechte ascedenten tot 2/4 (1/4 per ouderlijke lijn) dat voor hen is voorbehouden. De reserve van de bevoorrechte ascendenten bestaat slechts, indien er geen descendenten zijn. Hierbij is het belangrijk te weten dat met een testament of zelfs met een schenking bij leven, niet aan deze reserves geraakt kan worden.
De reserve van de echtgenoot bestaat langs de beschermde reserves hierboven genoemd én langs eventuele andere bij testament begunstigden. Deze reserve houdt in abstracte in dat de langstlevende echtgenoot recht heeft op de helft van de nalatenschap (dit is het bezit van de overleden echtgenoot en de overledene zijn deel van de gemeenschap) én in concrete het vruchtgebruik op de gezinswoning in. Dit vruchtgebruik wordt vervult ten koste van de erfgenamen.
Voorbeeld
X. laat per testament zijn hele bezit ter waarde van 10 miljoen aan zijn minnares na. Hij heeft echter ook nog een echtgenoot en drie kinderen. Door haar wettelijk beschermd erfdeel zal zijn vrouw toch nog het vruchtgebruik op de helft van 10 miljoen krijgen.
Dit vruchtgebruik zal voor de helft worden geput uit de reservataire erfenis van zijn kinderen én de testamentaire erfenis van zijn minnares: Elk kind krijgt 1/8 in volle eigendom en 1/8 in naakte eigendom (en ontvangen hierop het vruchtgebruik bij het overlijden van hun moeder). De minnares zal, ondanks dat het testament haar 10 miljoen toekent, slechts 1/8 in volle eigendom krijgen en 1/8 in naakte eigendom.
Oorsprong
Merk op dat het principe van reservataire erfgenamen een eigenschap is van het oude Romeinse erfrecht, die gedeeltelijk werd overgenomen in het latere Napoleontische recht. Dit in tegenstelling tot Anglo-Amerikaans erfrecht (ook in Zuid-Afrika geldend), dat de erflater volledig vrije vermogensbeschikking (testeervrijheid) van zijn nalatenschap laat.
2017
Vanaf 2017 werd het erfrecht aangepast zodat altijd de helft van de erfenis vrij beschikbaar is.[5]
2018
Op 1 september 2018 werd het erfrecht gewijzigd voor Vlaanderen:[6]
- Een meer gematigde erfbelasting
- verlaging van de tarieven en herziening van de hoogste en de laagste tariefschijven, voor verkrijgingen buiten rechte lijn; dat betekent concreet een lagere erfbelasting tussen broers en zussen onderling, en tussen personen belast aan het tarief “anderen”;
- nieuwe vrijstellingen voor kinderen jonger dan 21 jaar die beide ouders verloren hebben:
- een volledige vrijstelling voor de verkrijging van (een deel van) de gezinswoning van de overledene;
- een voetvrijstelling op maximaal de eerste 75.000 euro van de netto-verkrijging van roerende goederen;
- voor de langstlevende echtgenoot of samenwonende partner, een nieuwe voetvrijstelling op maximaal de eerste 50.000 euro van de netto-verkrijging van roerende goederen.
- Ondersteuning bij het nieuwe federale erfrecht
- een nieuwe vrijstelling in de schenkbelasting gekoppeld aan de zogenaamde erfenissprong;
- de invoering van een fictiebepaling over de belastbaarheid van voortgezet vruchtgebruik;
- schenkingen in erfovereenkomsten strekken niet tot fiscaal bewijs, tenzij partijen melden dat dit net wel het geval moet zijn.
Referenties
Bronnen, noten en/of referenties
|