Brouwerij Artois
Portaal Bier |
Brouwerij Artois was een Leuvense brouwerij, vooral bekend van de pils Stella Artois. De brouwerij is nu eigendom van Anheuser-Busch InBev. De brouwerij bestaat onder de naam Artois sinds 1717 wanneer Sébastien Artois de oude Leuvense brouwerij Den Hoorn overkoopt.
Geschiedenis
Brouwerij Den Hoorn bestond zeker al in 1366. In dat jaar is in de stadsregisters van Leuven een notitie van de registratie van accijnzen van de brouwerij opgenomen. Met de aanwezigheid van studenten na de oprichting van de universiteit van Leuven in 1425 en ook door de slechte kwaliteit van het vervuilde beschikbare drinkwater floreert de brouwerij. In de 15de eeuw groeit het bedrijf uit tot een van de grootste ondernemingen van de stad. De gemiddelde stadsinwoner dronk rond 1500 zo'n 300 tot 440 liter bier per jaar. Bier drinken was gezonder dan water. Met de accijnzen die de bierverkoop opbracht, kon de stad de stadsinfrastructuur gevoelig verbeteren. In 1537 werd Den Hoorn de belangrijkste onderneming van de stad. De heffing van invoerrechten en het moeilijke transport maakten dat Den Hoorn op zijn eigen markt enkel lokale concurrentie had.
Sébastien Artois wordt in brouwerij Den Hoorn op 13 juni 1708 Meester-Brouwer. Hij kocht de brouwerij negen jaar later over en gaf haar zijn naam. Hij behield wel de hoorn, het logo van de brouwerij. De brouwerij zou meer dan een eeuw lang van vader op zoon overgeleverd worden tot ze door anderen wordt overgenomen. Kleinzoon Leonard Artois kocht voor de expansie twee andere Leuvense brouwerijen op, De Franse Kroon in 1787 en De Prins Karel in 1793. Ook de beschikbaarheid van het nieuwe Kanaal Leuven-Dijle zorgde voor verdere groei van de brouwerij. Ten tijde van het Eerste Franse Keizerrijk was Brouwerij Artois de grootste brouwerij van het hele rijk. De brouwerij kon ook na de verbeurdverklaring van de kloosters het Grijzezusterklooster in Leuven aankopen om zijn productie-eenheid uit te breiden. Leonard Artois overlijdt kinderloos in 1814. Zijn zuster Jeanne-Marie (Johanna-Maria) Artois zal de laatste Artois in het bedrijf worden. Ze was gehuwd met Leuvens burgemeester Jean Baptiste Plasschaert.
In de 19de eeuw verwerft de familie Marneffe de brouwerij. Albert Marneffe zal het bedrijf leiden. Zijn aandelen gaan later over in de familie de Mevius. De leiding van het bedrijf gaat naar zijn neef Edmond Willems. De twee dochters van Willems richten in 1901 de naamloze vennootschap Brouwerijen Artois op. Dochter Elisabeth (1855-1941) huwt burggraaf Adolphe de Spoelbergh. Dochter Amélie huwt Eugène de Mévius. In het bedrijf zelf is vanaf 1898 de dan 26-jarige Léon Verhelst actief, hij krijgt een jaar later ook een aanstelling aan de KU Leuven als professor in de brouwerijschool van het landbouwinstituut. Hij zal actief blijven aan de universiteit en in het bedrijf, als voorzitter van de raad van bestuur, tot zijn overlijden in 1955. De aandelen van Léon Verhelst had hij zelf in 1949 geplaatst in de Stichting Voorzitter Verhelst, een fonds waar personeelsleden van het bedrijf op kunnen terugvallen voor medische en studiekosten. Het kapitaal is evenwel tot heden nog een significant aandelenpakket van de huidige groep AB InBev.
Vanaf 1892 brouwt ook Artois pils bier, het Bock bier. Het is evenwel het speciale kerstbier Stella dat met Kerstmis 1926 werd geïntroduceerd dat het meest succesvol is. Het succes maakt dat het kerstbier het jaar rond wordt gebrouwen. Stella Artois wordt veruit het meest succesvolle product van de brouwerij.
In 1928 wordt de productie van de Tiense brouwers Vandenschrieck overgenomen. Vanaf 1936 komt de familie de Baillet Latour als aandeelhouder in het zicht, Graaf Alfred de Baillet Latour is actief in het bestuur van het bedrijf tot zijn overlijden in 1980. In 1954 wordt brouwerij Chevalier Marin in Mechelen overgenomen. In 1964 werd de Gentse Brouwerij Meiresonne overgenomen. Twee jaar later werd de productie in Gent al gestopt en overgenomen door Leuven. Bottelen van limonades bleef op de Gentse site, een grotere bottelarij/distributie-eenheid van Artois werd in Zwijnaarde opgericht, deels met personeel van Gent. In 1975 werd de activiteit op de Meiresonne site volledig gestopt.
In 1967 is de Werchterse Brouwerij Jack-Op aan de beurt. In 1968 wordt in Nederland de Dommelsche Bierbrouwerij van Dommelen overgenomen. In 1969 wordt dicht bij huis Brouwerij Mena uit Rotselaar overgenomen. In 1971 wordt ook geparticipeerd in Brouwerij Grade uit Mont-Saint-Guibert die later door Interbrew volledig wordt overgenomen. Daar wordt Vieux Temps gebrouwen, en vanaf 1975 ook Leffe in een akkoord met Brouwerij Lootvoet uit Overijse. (Ook deze wordt later door Interbrew overgenomen).
In 1971 wordt ondanks de overnames duidelijk dat de brouwerij te klein is om te overleven. In dat jaar vinden in de grootste discretie de eerste gesprekken plaats met Brouwerij Piedbœuf, die 16 jaar later tot de fusie zouden leiden. Philippe de Spoelberch wordt ook actief in de brouwerij. Hij zorgt onder andere voor een succesvolle lancering van Stella Artois als luxebier op de Britse markt. De familie van de Haachtse burggraven de Spoelberch is een van de belangrijkste aandeelhouders van het bedrijf geworden. De waarde van het aandelenpakket in handen van de familie de Spoelberch wordt in 2007 op 3,126 miljard euro berekend wat hen tot een van de rijkste families van België maakt.
In 1973 is de overname van Brouwerij Martinas (Ginder-Ale) uit Merchtem aan de beurt. De productie van de Ginder-Ale gebeurt pas vanaf 1991 in Leuven. In 1976 wordt Brouwerij Leopold in Brussel overgenomen. De productie wordt naar Leuven verplaatst in 1981. In Leuven zelf wordt in 1977 Loburg gelanceerd, het duurdere luxebier dient ook een nieuwe markt aan te boren, maar zal nooit een groot succes worden. In 1978 verwerft de brouwerij een participatie in de Brusselse Brouwerij Wielemans-Ceupens. Vanaf 1982 wordt dat bier ook in Leuven gebotteld. In 1988 wordt de brouwerij volledig overgenomen door Interbrew en verhuist de productie naar Leuven. In 1979 is er de overname van Brouwerij De Gheest (Safir pils). Ook hier wordt de productie een kleine tien jaar later van Aalst naar Leuven verplaatst. Wel zou vanaf 1995 de merknaam Safir opnieuw gelanceerd worden. In 1985 brandt Brouwerij De Kluis uit. Brouwerij Artois koopt zich in en levert het kapitaal voor de heropbouw. Veel eerder al in 1958 was Brouwerij Loriers in Hoegaarden ook overgenomen. De merknaam Das van die brouwerij zou later door De Kluis opnieuw opgepikt worden.
Brouwerij Artois zou tot 1988 onafhankelijk blijven. Dan komt het tot een fusie met de brouwerij Piedbœuf en de vorming van Interbrew. De brouwerijen Lootvoet uit Overijse, Belle-Vue uit Sint-Pieters-Leeuw en Grade uit Mont-Saint-Guibert zullen kort nadien door Interbrew overgenomen worden.
De verlaten gebouwen van de voormalige Brouwerij De(n) Hoorn werden in 2007 opgekocht en volledig gerenoveerd met behoud van de oude brouwinstallatie. Het gebouw kreeg vanaf oktober 2012 een nieuwe bestemming als bedrijvencomplex.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|