Henri Matisse
































Henri Matisse


Henri Matisse (foto gemaakt door Carl Van Vechten in 1933)

Henri Matisse (foto gemaakt door Carl Van Vechten in 1933)


Persoonsgegevens
Geboren
31 december 1869
Overleden
3 november 1954
Geboorteland
Frankrijk
Beroep(en)
Kunstschilder
Beeldhouwer

Oriënterende gegevens
Stijl(en)
Fauvisme





Portaal  Portaalicoon  

Kunst & Cultuur


Henri Matisse (Le Cateau-Cambrésis, 31 december 1869 – Cimiez, nabij Nice, 3 november 1954) was een Frans kunstschilder en beeldhouwer. Hij staat bekend als de merkwaardigste Franse fauvist.




Inhoud






  • 1 Biografie


    • 1.1 Jeugd


    • 1.2 Eerste jaren


    • 1.3 Fauvisme


    • 1.4 Laatste jaren




  • 2 Werken


    • 2.1 Schilderijen




  • 3 Musea


  • 4 Tentoonstellingen (selectie)


  • 5 Externe links





Biografie



Jeugd


Matisse werd geboren in een Franse bourgeoisie-familie te Le Cateau-Cambrésis, een familie van wevers langs vaderskant en leerlooiers langs moederskant. Hij bracht zijn jeugd door in Bohain-en-Vermandois, vlak bij zijn geboorteplaats, waar zijn ouders handel dreven in graan en drogisterij. Hij groeide op tussen thuiswevers, die de kostbare stoffen in wol en zijde maakten voor de hogere burgerij van Parijs.


Hij studeerde rechten en kwam terecht bij het Openbaar Ministerie. In 1890, tijdens een moeizaam herstel van één jaar na een blindedarmoperatie, begon hij prenten te kopiëren. Hij werd door de kleuren gegrepen en tegen de voorkeur van zijn familie in richtte Matisse zich op de kunst. Hij volgt tekenlessen aan de Quentin de la Tour-school.


In 1892 trok hij weer naar Parijs, waar hij destijds student was geweest, liet zich inschrijven aan de Académie Julian en volgde een avondcursus aan de École des Arts décoratifs. Met zijn leraren op de scholen kon hij het niet goed vinden. Zij stelden dat hij niet goed genoeg kon tekenen. Beslissend was hier zijn kennismaking met Albert Marquet en met Gustave Moreau (1892-1897). Hij krijgt contact met Georges Rouault, Charles Camoin, Henri Manguin en met de Belg Henri Evenepoel, zijn latere geestesgenoten in het fauvisme.



Eerste jaren


Aanvankelijk vertonen zijn doeken een eerder omfloerst poëtische Nabis-atmosfeer. Zijn palet klaart op nadat hij het werk van Vincent van Gogh leert kennen en Camille Pissarro hem wijst op een minder geslaagd kleurengebruik.


Hij trouwde in 1898 en verbleef kort in Londen, waar hij zich verdiepte in het werk van William Turner. Hierna leerde hij de zuidelijke helle kleuren kennen op Corsica. In 1899 keerde hij terug naar Parijs, op de Quai Saint Michel, waar hij zal blijven wonen tot 1907. Hij raakte er in de ban van de kleurencombinaties van Cézanne en Gauguin. Maar ook de beeldhouwwerken van Auguste Rodin fascineren hem. Hij waagt zich ook aan het beeldhouwwerk en stelt zijn eerste stukken tentoon.


Na een kort verblijf, in 1904, bij Paul Signac in Saint-Tropez, neemt hij het divisionisme en het pointillisme onder handen. Hij bouwt zijn schilderijen op met gekleurde puntjes en met weglating van schaduwen en dominante kleuren. "Luxe, calme et volupté" ontstaat, naar een gedicht van Charles Baudelaire. Hij bemerkt vlug de beperkingen van dit systeem en waagt zich nog een stap verder. De zomer van 1905 brengt hij door in Collioure en schildert erop los, in gezelschap van André Derain.



Fauvisme


1905 is het jaar waarop de naam Matisse plots en voorgoed op de voorgrond treedt. Hij wordt gezien als de grondlegger van het fauvisme, een stijl met fel contrasterende kleuren naast elkaar zonder enige overgang, waarbij de harde confrontaties niet getemperd worden. Tevens werd er geen rekening meer gehouden met het perspectief. De voorgrond werd als het ware omlaaggeklapt en staat in het schilderij in hetzelfde plan als de achtergrond. Toch wordt het perspectief in zekere mate geaccentueerd door kunstig gebruik van de vormen en kleuren.


De journalist-criticus Louis Vauxcelles scheldt de exposanten op het Salon d'Automne uit voor “Les Fauves” en de toon is gezet voor de groep fauvisten met onder meer Matisse, Marquet, de Vlaminck en Derain. La fenêtre ouverte à Collioure en La femme au chapeau waren gewraakte werken van Matisse op deze expositie. De kritiek was vernietigend. Men schreef onder andere “Afgezien van de gebruikte materialen, heeft dit alles niets meer met schilderwerk te maken. Het zijn barbaren die men bij ongeluk verf in handen gaf, kinderen die men naar hartenlust met een schildersdoos liet morsen...”.


Matisse was een kunstenaar, die naast het schilderen in het tekenen, de grafiek, de decoratie en de sculptuur werkte. Literair presteerde hij in 1908 met Notes d'un peintre.


Intussen, in 1907, hadden Pablo Picasso met zijn ophefmakende Les Demoiselles d'Avignon en Paul Cézanne met zijn retrospectieve expo in de Salon d'automne van datzelfde jaar, de weg geopend naar het nieuwe kubisme. Matisse bleef zijn kleurentechniek trouw en vond erkenning bij de grote verzamelaars, zoals Gertrude Stein, Ivan Morozov en Sergei Sjtsjoekin. Voor deze laatste maakt hij La musique en La danse, in 1909. Over dit laatste zegt hij “...Trois couleurs pour un vaste panneau de danse: l'azur du ciel, le rose des corps, le vert de la colline ...”.


In december 1917 vestigde hij zich in Nice. Hij schildert er in zijn atelier in hoofdzaak vrouwen, dikwijls in oriëntaalse kledij. Hij wil in zekere mate hiermee de kleuren van het weefsel "vertalen" met de kleuren van zijn palet. Om zijn naakten hun speelse arabesken te laten uitvoeren gebruikt hij zwart als kleur van het licht. In die periode maakt hij ook veel gravures.


In 1930 maakte hij een reis naar de Verenigde Staten en reist door naar Tahiti. Op dit eiland ontdekt hij een ander soort licht. Het is voor hem “un gobelet d'or profond dans lequel on regarde” (“een diepe gouden kroes waarin men staart”).


Bij zijn terugkeer verhuisde hij in 1938 naar Nice-Cimiez. Na een moeilijke chirurgische ingreep voor een kankergezwel in 1941, geven de dokters hem nog slechts zes maanden te leven. Matisse besluit voortaan nog slechts te doen waar hij zin in heeft, zonder rekening te houden wat de anderen van hem verwachten of eisen. Aldus worden de jaren 40 een periode waarin er een sluitende overeenkomst komt tussen de tekening en het kleurengebruik. Hij wordt bijgestaan door zijn verpleegster Monique Bourgeois, die ook zijn model wordt.


In 1943 gaat hij in Vence wonen. Hij schildert er bloemen, weelderige planten, zonnige interieurs en sensuele vrouwen. De vormen in zijn schilderijen vlakken zich af en puren zich en vereenvoudigen zich uit als het ware tot tekens. Hij illustreert ook teksten van zijn geliefkoosde dichters Pierre de Ronsard, Charles Baudelaire en Charles d'Orléans. Hij knoopt er ook opnieuw vriendschap aan en schrijft ongeveer 1200 brieven naar de tekenaar en schrijver André Rouveyre, die hij vroeger al ontmoet had in het atelier van Gustave Moreau.


In 1944 worden zijn vrouw en zijn dochter Marguerite aangehouden door de Gestapo op verdenking te behoren tot het verzet. Zijn vrouw werd zes maanden in gevangenschap gehouden. Marguerite kon ontsnappen uit de trein waarmee zij naar een kamp werd overgebracht en hield zich schuil in een bos in de Vogezen.



Laatste jaren


De laatste tien jaren van zijn leven wordt de periode van zijn papiers gouaches et découpés, waarover hij zegt: “Découper à vif dans la couleur me rappelle la taille directe des sculpteurs”. Door een verkeerd verlopen operatie was Matisse aan de (rol)stoel gebonden, kon hij niet meer uitgebreid staand schilderen. De oplossing vond hij in het werken met geverfd papier (papiers gouaches), waarin hij vormen uitknipte die hij weer voor het grotere werk gebruikte. Een aantal van deze werken zijn ook door een drukker vermenigvuldigd. Matisse zag erop toe dat de gebruikte kleuren correct waren. Doordat de drukker de gebruikte materialen goed vastgelegd heeft, kunnen die werken die nu ontkleurd zijn, weer gerestaureerd worden naar hun originele kleuren.


In 1945 werd er een grote retrospectieve tentoonstelling gehouden in de Salon d'Automne in Parijs. In 1946 realiseert hij ook de kartons voor het wandtapijten Polynésie, le Ciel en Polynésie, la Mer.


Matisse triomfeerde op de grote exposities in Londen, New York en Moskou. In 1948 creëerde hij zijn Saint Dominique, bestemd voor de kerk van Notre-Dame-de-Toute-Grace op het plateau van Assy.


De synthese van zijn werk kwam tot stand in 1949 in het ontwerp van het decor van de Chapelle du Rosaire de Vence (de rozenkranskapel van Vence). In 1952 schonk hij 85 werken aan zijn geboortestad Le Cateau-Cambrésis, waar er een museum voor hem werd ingericht.


Matisse stierf op 3 november 1954 in Cimiez bij Nice ten gevolge van een hartinfarct in zijn appartement in het Hotel Regina. Hij werd 84 jaar.



Werken



Schilderijen




  • De gedekte tafel, 1897, olieverf op linnen, 100 × 131 cm, Verzameling Stavros S. Niarchos


  • Mannelijk naakt: De knecht, 1900, olieverf op linnen, 99,3 × 72,7 cm, Museum of Modern Art in New York


  • Atelier onder het dak, 1903, olieverf op linnen, 55,2 × 46 cm, Fitzwilliam Museum in Cambridge (Massachusetts)


  • Weelde, rust en zinnelijkheid, 1904, olieverf op linnen, 98,3 × 118,5 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs


  • Interieur in Collioure, 1905, olieverf op linnen, 59 × 72 cm, privéverzameling in Zwitserland


  • André Derain, 1905, olieverf op linnen, 39,5 × 29 cm, Tate Gallery in Londen


  • Vrouw met hoed, 1905, olieverf op linnen, 81 × 65 cm, privéverzameling in San Francisco


  • Pastorale, 1905, olieverf op linnen, 46 × 55 cm, Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs


  • Portret met groene strepen (Madamme Matisse), 1905, olieverf op linnen, 40,5 × 32,5 cm, Statens Museum for Kunst in Kopenhagen


  • De muziek (schets), 1907, olieverf op linnen, 73,4 × 60,8 cm, Museum of Modern Art in New York


  • Blauw naakt (Herinnering aan Biskra), 1906, olieverf op linnen, Baltimore Museum of Art in Baltimore

  • De rode tapijten (Stilleven met rood tapijt), 1906, olieverf op linnen, 89 × 116,5 cm, Musée de Peinture et de Sculpture in Grenoble


  • De oever, 1907, olieverf op linnen, 73 × 60,5 cm, Kunstmuseum Basel in Bazel


  • Luxe I, 1907, olieverf op linnen, 210 × 138 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs


  • De jeu-de-boulesspelers, 1908, Hermitage in Sint-Petersburg[1]


  • Portret van Greta Moll, 1908, olieverf op linnen, 93 × 73,5 cm, National Gallery in Londen[2]


  • De rode kamer (harmonie in rood), 1908, olieverf op linnen, 180 × 200 cm, Hermitage in Sint-Petersburg.


  • De dans (eerste versie), 1909, olieverf op linnen, 259,7 × 390,1 cm, Museum of Modern Art in New York


  • De dans, 1909-1910, olieverf op linnen, 260 × 391 cm, Hermitage in Sint-Petersburg[3]


  • Vrouw in het groen, 1909, olieverf op linnen, 65 × 54 cm, Hermitage in Sint-Petersburg[4]




Grafsteen van Matisse




  • Stilleven met blauw tafelkleed, 1909, olieverf op linnen, 88,5 × 116 cm, Hermitage in Sint-Petersburg


  • Muziek, 1910, olieverf op linnen, 260 × 398 cm, Hermitage in Sint-Petersburg


  • Het Blauwe Raam, Issy-les-Moulineaux, zomer 1913. Olie op canvas, 51½ × 35⅝" (130,8 × 90,5 cm).[5]


  • Gezicht op Notre Dame. Parijs, quai Saint-Michel, voorjaar 1914. Olie op canvas, 58 × 37⅛" (147,3 × 94,3 cm)[6]


  • Vrouw op een hoge stoel (Germaine Raynal). Parijs, quai Saint-Michel, voorjaar 1914. Olie op canvas, 57⅞ × 37⅝" (147 × 95,5 cm)[7]


  • Goldfish and Palette. Parijs, quai Saint-Michel, herfst 1914. Oil on canvas, 57¾ × 44¼" (146,5 × 112,4 cm).[8]


  • Jupiter en Leda (Leda en de zwaan), 1944-1946, olieverf op hout, 183 × 160 cm, collectie Maeght, Parijs


  • Polnesië, de zee, 1946, collage met gouache, 200 × 314 cm, Georges Pompidou in Parijs


  • Ikarus, 1947, illustratie voor het boek Jazz, zeefdruk van gouache-collage


  • Het circus, 1947, illustratie voor het boek Jazz, zeefdruk van gouache-collage


  • Rood interieur, stilleven op blauwe tafel, 1947, olieverf op linnen, 116 × 89 cm, Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen in Düsseldorf

  • Compositie (fluwelen stoffen), 1947, gouache-collage, 51,5 × 217,5 cm, Kunstmuseum Basel in Bazel


  • Groot rood interieur, 1948, olieverf op linnen, 146 × 97 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs


  • Het Egyptische gordijn, 1948, olieverf op linnen, 116,2 × 88,9 cm, Phillips collection in Washington D.C.


  • Interieur van de Rozenkrans-kapel in Vence, 1950, glas in lood, in Vence


  • Zulma, 1950, gouache-collage, Statens Museum for Kunst in Kopenhagen


  • Blauw naakt II, gouache met collage 116,2 cm × 88,9 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs


  • Blauw naakt IV, 1952, gouche met collage, 103 × 74 cm, Musée Henri Matisse in Nice



Musea





Musée Matisse, Nice


Zijn werken hangen in diverse musea over de hele wereld, zoals:




  • Musée Matisse in Cimiez in Nice


  • Musée Matisse in Le Cateau-Cambrésis


  • Centre Georges Pompidou in Parijs[9]


  • De Hermitage in Sint-Petersburg[10][11]


  • Fine Arts Museums of San Francisco in San Francisco


  • Metropolitan Museum of Art en Museum of Modern Art in New York[12]


  • National Gallery of Art in Washington D.C.[13]


  • Museum Berggruen in Berlijn



Tentoonstellingen (selectie)





Musée Matisse in Le Cateau-Cambrésis



  • Werken van Henri Matisse werden in Galerie 291 (1908, 1910, 1912), de Armory Show (1913), op de documenta 1 (1955), de documenta II (1959) en de documenta III (1964) in Kassel getoond

  • 1904: Eerste solotentoonstelling bij Ambroise Vollard, Parijs

  • 1905: Gemeenschappelijke tentoonstelling in de Salon d'Automne, waar het begrip fauvisme werd geïntroduceerd

  • 1910: Eerste tentoonstelling bij Bernheim-Jeune, Parijs

  • 1919/1920: Tentoonstellingen bij Bernheim-Jeune, Parijs

  • 1931–1933: Retrospectieven in Berlijn, Parijs, Basel, New York

  • 1934/35: Meerdere tentoonstellingen in de New Yorkse galerie van zijn zoon Pierre Matisse

  • 1945: Retrospektieve in de Salon d’Automne; gezamenlijke tentoonstelling met Picasso in Londen

  • 1949: Tentoonstelling in het Musée National d’Art Moderne, Parijs

  • 1952: Opening van Musée Matisse in zijn geboortestad Le Cateau-Cambrésis

  • 1953: Tentoonstelling van geknipte papiers gouaches in de Galerie Berggruen, Parijs en van sculpturen in Londen

  • 1963: Opening van Musée Matisse in Nice

  • 2002: Matisse – Picasso, Tate Modern, Londen; Les Galeries Nationales du Grand Palais, Parijs; Museum of Modern Art, New York

  • 2008/2009: Matisse – Menschen Masken Modelle: Tentoonstelling in de Staatsgalerie Stuttgart en in Bucerius Kunst Forum, Hamburg

  • 2009/2010: Matisse – Rodin, une rencontre entre deux maîtres de l’art moderne. 12 juni – 23 september 2009 in het Musée Matisse in Nice; 15 oktober 2009 – 15 februari 2010 in het Musée Rodin, Parijs

  • 2010 van 6 maart t/m 17 september Matisse tot Malevich Pioniers van de moderne kunst uit de Hermitage in Hermitage Amsterdam in Amsterdam[14]

  • 2012 van 7 maart t/m 18 juni Matisse Paires et séries in het Centre Georges Pompidou in Parijs[15]

  • 2015: De oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam[16]



Externe links




  • (en) Henri Matisse op Artcyclopedia


  • (nl) Henri Matisse over zijn schilderkunst


  • (en) Biografie


  • (en) Musée Matisse, Nice


  • (en) Henri Matisse: Life and Work










Popular posts from this blog

Knooppunt Holsloot

Altaar (religie)

Gregoriusmis