Culturele hoofdstad van Europa
Sinds 1985 draagt elk jaar een stad de titel culturele hoofdstad van Europa; sinds 2004 zijn het elk jaar twee steden.[1]. Daarbij is tevoren vastgesteld welke twee landen aan de beurt zijn om een stad voor te dragen. Binnen een land wordt meestal een competitie gehouden.
Het doel hiervan is de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen tot hun recht te laten komen en ertoe bij te dragen dat de burgers van de Europese Unie elkaar beter leren kennen.
In 1987, 2001 en 2018 had Nederland met Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden een culturele hoofdstad; en in 1993, 2000, 2002 en 2015 had België met Antwerpen, Brussel, Brugge en Bergen (Mons) een culturele hoofdstad.
Procedure
- Uiterlijk vier jaar voor de aanvang van het evenement legt de betrokken lidstaat de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de regio's het voordrachtdossier voor van de voor het betrokken jaar in aanmerking komende stad of steden; eventueel doet hij deze voordracht vergezeld gaan van een aanbeveling.
- De Commissie stelt elk jaar een jury samen die verslag moet uitbrengen over de voorgedragen stad of steden. Het Europees Parlement kan binnen drie maanden na ontvangst van het verslag de Commissie een advies doen toekomen over de voorgedragen stad of steden.
- Op basis van een aanbeveling van de Commissie en in het licht van het advies van het Europees Parlement en het verslag van de jury wijst de Raad de "Culturele Hoofdstad van Europa" aan voor het betrokken jaar.
Het voordrachtdossier moet een Europees cultureel project omvatten, dat aan een specifiek thema met een Europese dimensie beantwoordt en hoofdzakelijk berust op culturele samenwerking. Dit project mag samen met andere Europese steden worden uitgevoerd.
In het dossier moet in het bijzonder zijn aangegeven hoe de gegadigde Europese stad, binnen het gekozen thema, voornemens is om:
- culturele stromingen die de Europeanen gemeen hebben en waarvoor deze stad een bron van inspiratie is geweest of waartoe zij een bijdrage van betekenis heeft geleverd, tot hun recht te laten komen;
- evenementen en scheppend werk te bevorderen waarbij actoren uit de culturele sector van andere steden van de lidstaten van de Europese Unie worden betrokken en die tot duurzame culturele samenwerking leiden, en het rondreizen van de actoren in de Europese Unie te stimuleren;
- brede lagen van de bevolking te mobiliseren en bij het project te betrekken;
- voor de opvang van de burgers van de Unie te zorgen en de uitstraling van de op te zetten evenementen via de verschillende media en volgens een meertalige aanpak te bevorderen;
- de dialoog tussen de vertegenwoordigers van de culturen in Europa en de andere culturen in de wereld te bevorderen;
- de dialoog tussen de culturen van Europa en die van andere delen van de wereld te bevorderen;
- het historisch erfgoed en de stedelijke architectuur en de kwaliteit van het leven in de stad op te waarderen.
Europese derde landen kunnen aan dit initiatief deelnemen. Elk van die landen kan een stad als "culturele hoofdstad van Europa" voordragen en stelt het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Comité van de regio's van deze voordracht in kennis. De Raad wijst op aanbeveling van de Commissie en met eenparigheid van stemmen officieel voor elk jaar een van deze voorgedragen steden als "culturele hoofdstad van Europa" aan, zonder uit het oog te verliezen dat een voorbereidingstijd van vier jaar wenselijk is.
Elke stad stelt een programma van culturele evenementen vast dat de cultuur, het cultureel erfgoed, alsmede de plaats van de betrokken stad in het gemeenschappelijk cultureel erfgoed voor het voetlicht brengt en waarbij personen uit de culturele sector uit andere Europese landen worden betrokken om tot duurzame samenwerking te komen (artikel 5).
Culturele hoofdsteden
Jaar | Steden |
---|---|
1985 | Athene |
1986 | Florence |
1987 | Amsterdam |
1988 | Berlijn |
1989 | Parijs |
1990 | Glasgow |
1991 | Dublin |
1992 | Madrid |
1993 | Antwerpen |
1994 | Lissabon |
1995 | Luxemburg |
1996 | Kopenhagen |
1997 | Thessaloniki |
1998 | Stockholm |
1999 | Weimar |
2000 | Brussel Helsinki Avignon Reykjavik Bologna Bergen Krakau Santiago de Compostela Praag |
2001 | Rotterdam Porto |
2002 | Brugge Salamanca |
2003 | Graz |
2004 | Rijsel Genua |
2005 | Cork |
2006 | Patras |
2007 | Luxemburg Sibiu |
2008 | Stavanger Liverpool |
2009 | Vilnius Linz |
2010 | Essen Pécs Istanboel |
2011 | Tallinn Turku |
2012 | Guimarães Maribor |
2013 | Marseille Košice |
2014 | Riga Umeå |
2015 | Bergen Pilsen |
2016 | San Sebastián Wrocław |
2017 | Paphos Aarhus |
2018 | Valletta Leeuwarden |
2019 | Matera Plovdiv |
2020 | Galway Rijeka |
2021 | Timișoara Elefsina Novi Sad |
2022 | Esch Kaunas |
Externe link
- Informatie van de Rijksoverheid - Themajaren en culturele hoofdsteden
Bronnen, noten en/of referenties
|