Wilhelmus
Wilhelmus | ||
Volkslied van Nederland | ||
Bladmuziek van het Wilhelmus | ||
Tekstschrijver | onbekend | |
Ingevoerd | 1932 | |
Het Wilhelmus US Navy Band, 2006 |
Het Wilhelmus is sinds 1932 officieel het Nederlandse volkslied. De tekst is omstreeks 1570 geschreven op een bestaande melodie, de huidige variant van die melodie dateert uit het begin van de 17e eeuw. Het Wilhelmus wordt beschouwd als een der oudste volksliederen ter wereld, al is de tekst van het Japanse volkslied ouder.[1] De tekst van het lied is in de mond gelegd van Willem van Oranje, alsof hij die zelf uitgesproken heeft. Voor dat laatste bestaat echter geen enkel bewijs. De tekst weerspiegelt Willem van Oranjes tweestrijd inzake de opstand in de Nederlanden: enerzijds probeert hij als vertegenwoordiger van het staatsgezag trouw te zijn aan de Spaanse koning, anderzijds volgt hij zijn geweten dat hem voorschrijft in de eerste plaats God en het Nederlandse volk te dienen. Het lied was populair als militaire mars, maar raakte daarna in vergetelheid[bron?] tot het in de 19e eeuw opnieuw werd ontdekt. Het was aanvankelijk vooral populair in oranjegezinde en confessionele kringen, maar werd tijdens de Tweede Wereldoorlog tot min of meer onomstreden nationaal symbool. Van het Wilhelmus wordt meestal het eerste couplet gezongen, soms gevolgd door het zesde.
Inhoud
1 Opbouw
2 Ontstaan
2.1 Melodie
2.2 Tekst
3 18e eeuw
4 Instelling als volkslied
5 Na de Tweede Wereldoorlog
6 De tekst
7 Literatuur
8 Externe links
Opbouw
Het lied bestaat uit vijftien coupletten, die een acrostichon vormen: de eerste letters van de coupletten vormen de naam Willem van Nassov. De v is hierin als Romeinse letter een u en de coupletten die destijds met een s begonnen, hebben in hedendaags Nederlands een z als beginletter.
Het Wilhelmus is daarnaast een complex chiasme, waarbij de 15 stanza's inhoudelijk gekruist zijn: de 1e met de 15e, de 2e met de 14e enzovoorts. De 8e stanza komt zodoende centraal te staan. Hierin wordt de essentie van het Wilhelmus geopenbaard: de vergelijking tussen Willem van Oranje en de Bijbelse koning David, aan wie beiden een koninkrijk toekomt.
Ontstaan
Melodie
Het Wilhelmus is een contrafact: een lied met een nieuwe tekst op een bestaande melodie. De melodie is afkomstig van het spotlied O la folle entreprise du prince de Condé, dat werd gezongen tijdens het beleg van de stad Chartres door de hugenoten in 1568, en is dus uiterlijk in dat jaar ontstaan. De eerste optekening van de melodie die bekend is, stamt echter uit 1574.[2]
De oorspronkelijk eenvoudige melodie werd in de 17e eeuw van melismatiek (klankbuigingen) voorzien, gepubliceerd door de Veerse schepen Adriaen Valerius in zijn met een aantal liederen "geïllustreerde" geschiedschrijving Nederlandtsche Gedenck-Clanck uit 1626.[3]
Wil-
Den
hel-
Va-mus
der-van-
land
Nas-
ge-
sou-
trou-we
weben
blijfik
ikvan
tot
Duit-
in
sen
de
bloed.
dood.
Een prin-se vanO- ran-jebenik, vrijon-ver- veerd.
Den ko- nink vanHis- panjehebik al-tijdge- eerd.
Tekst
De herkomst van de tekst is niet met zekerheid bekend. Hierover bestaan verschillende theorieën. Het Wilhelmus is een geuzenlied en de meeste teksten van geuzenliederen waren anoniem, omdat op het maken van opstandige liederen destijds de doodstraf stond. De tekst wordt vaak toegeschreven aan Filips van Marnix van Sint-Aldegonde, maar concrete bronnen hiervoor ontbreken. In een scriptie van historica Gudrun Dekker-Schwichow (Rijksuniversiteit Groningen) uit 2008 wordt Marnix' auteurschap bevestigd op basis van muzikale en tekstuele parallellen van drie andere liederen van zijn hand. Marnix was dichter en een intimus van prins Willem. Hij had gestudeerd bij Calvijn in Genève en het Wilhelmus draagt daarvan de sporen.
Volgens een andere theorie is de tekst door een onbekend gebleven dichter geschreven en daarna door Marnix bewerkt. Ook wordt Coornhert wel als auteur genoemd.
In 2016 kwam uit nieuw stylometrisch onderzoek Petrus Datheen naar voren als mogelijke schrijver van de tekst van het Wilhelmus.[4] Nog een aanwijzing naar Datheen is dat hij in 1568 als prediker aanwezig was bij het beleg van Chartres en daar de melodie heeft kunnen leren kennen.[5]
Wat betreft de datum staat wel vast dat de tekst geschreven is na mei 1568, omdat de tocht langs de Maas in het lied vermeld wordt, en waarschijnlijk vóór april 1572, omdat de verovering van Den Briel niet bekend lijkt in het lied. De oudste aanwijsbare vermelding van het lied dateert uit 1573. Notaris Willem Verwer noteerde op 31 mei van dat jaar in zijn dagboek dat een Haarlemse soldaat tijdens het beleg van Haarlem de Spanjaarden tartte door, gezeten op de stadsmuur, het Wilhelmus te zingen; iets wat hij met zijn leven moest bekopen.[6][7]
18e eeuw
In de 18e eeuw veranderde de melodie in die van de Prinsenmars, een vrolijke marsmelodie. Bij deze melodie paste de oorspronkelijke tekst niet goed meer.
Het Wilhelmus werd daarna vooral bekend in de vorm van een spotlied over 'Spaanse hoeren'; Nederlandse vrouwen die zich als prostituee hadden aangeboden aan de Spaanse soldaten en door hun vertrek hun inkomsten dreigden kwijt te raken. Met dit lied zouden zij de Spanjaarden verwijten arm naar de Nederlanden te zijn gekomen:
- Wilhellemussie van Nâhassouwen,
- Zijt gij van Duihuihuitsen bloed?
- De elleboog door de mouwen,
- Het haar al door de hoed.
- Zijt gij Wilhellemus?
- Zijt gij Wilhellemus?
- Wel dat is goed.
In de loop der eeuwen zijn er honderden andere liedteksten geschreven op de Wilhelmusmelodie, van lichte varianten (Mauricius van Nassouwen) tot compleet nieuwe teksten. Hoewel het Wilhelmus ook functioneerde als dans- en jachtliedje, vinden we toch voornamelijk nationale en vaderlandse teksten op deze melodie.
Instelling als volkslied
Als onofficieel volkslied werd het Wilhelmus door de eeuwen heen bij allerlei gelegenheden graag gezongen, met name door het oranjegezinde volksdeel. Mede om de schijn van partijdigheid te voorkomen, besloot men bij oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden voor een ander volkslied te kiezen. Uiteindelijk werd in 1817 het lied Wien Neêrlands bloed van dichter Hendrik Tollens gekozen. Zijn melodie werd echter afgekeurd en het was Johann Wilhelm Wilms die uiteindelijk de muziek mocht leveren.
De tekst van Tollens werd omwille van haar 'deftigheid' geen groot succes onder de bevolking, maar wist het toch vol te houden tot 1932. De reden hiervoor was onder andere dat het Wilhelmus als 'te protestants' werd beoordeeld door het katholieke zuiden. Toen in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie werd hersteld, gebeurde er iets waardoor het Wilhelmus in elk geval voorlopig helemaal uit de gratie was. Dat jaar werd – mogelijk door de Aprilbeweging – namelijk ook het lied 't Wilhelmus der Geuzen uitgegeven, dat werd gezongen op de melodie van het Wilhelmus en overduidelijk pro-protestants en sterk anti-'paaps' was:
- Hij [de Paus], die zich zonder rechten,
- Heeft tot een Heer gemaakt,
- Spreekt weêr tot ons als knechten,
- Naar wier beheer hij haakt:
- Hij wil ons overvleugelen,
- En door zijn Bisschopsschaar,
- Als ketters wreed beteugelen,
- Als voor drie-honderd jaar.
Het zou nog tot de jaren 1880 duren alvorens het tij weer wat zou keren. De Tachtigers moesten bijvoorbeeld niets van Tollens' werk hebben. Ook was er in die tijd weer een hernieuwde belangstelling voor de 'roemrijke daden' uit het verleden ontstaan, wat gunstig was voor het Wilhelmus. De heruitgave van Valerius' Nederlandtsche Gedenck-clanck uit 1626 door theoloog A.D. Loman (sr.) in 1871 vormde de opmaat voor een hernieuwde belangstelling voor het Wilhelmus. Deze heruitgave bevatte onder andere het Wilhelmus met de oorspronkelijke melodieën en pianobegeleiding.
De Oostenrijkse componist Eduard Kremser bewerkte het Wilhelmus en andere Valeriusliederen tot de cyclus Sechs Altniederländische Volkslieder die in 1877 in première ging in Wenen en zes Valeriusliederen bevatte, die hij aan elkaar had herschreven tot een romantisch-heroïstisch programma, dat aldaar zeer goed werd ontvangen. Kremsers bewerking kreeg ook in Nederland veel waardering en ook prinses Wilhelmina was gecharmeerd van het stuk. Toen zij in 1898 de troon besteeg werd niet Wien Neêrlands bloed gespeeld; buiten werd De Prinsenmars gespeeld en binnen Kremsers versie van het Wilhelmus.
Op 10 mei 1932, tijdens de voorbereiding van Wilhelmina's 25-jarig regeringsjubileum, werd de versie van Kremser door de ministerraad van het conservatieve kabinet-Ruijs de Beerenbrouck III als het nieuwe volkslied ingesteld, hoewel niet bij wet of algemeen verbindend voorschrift maar slechts bij een besluit dat openbaar werd gemaakt[9]. Hierbij kan evenwel worden opgemerkt dat het op één na oudste volkslied – het Britse God Save the Queen – überhaupt nooit officieel als volkslied is uitgeroepen.
Met name in socialistische kringen bestond aanvankelijk veel weerstand tegen het lied. Het Wilhelmus groeide pas tijdens de Tweede Wereldoorlog uit tot nationaal symbool van verzet tegen de Duitse Bezetting.
Na de Tweede Wereldoorlog
In de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw raakte het Wilhelmus opnieuw omstreden in kringen van tegenstanders van de monarchie. De opkomst van het oranjegevoel bij internationale voetbaltoernooien sinds de jaren negentig bracht hier echter weer verandering in.
Het lied is ook bekend in Vlaanderen. Daar is het soms te horen op een cantus en bij bijeenkomsten van orangistische en Groot- dan wel Heel-Nederlandse groeperingen. Zowel op het jaarlijkse Vlaams Nationaal Zangfeest als op de IJzerbedevaart wordt op het einde, vlak voor het zingen van de Vlaamse hymne De Vlaamse Leeuw, de zesde strofe van het Wilhelmus gezongen als symbool van de culturele band tussen Vlaanderen en Nederland.
Over het gebruik van het Wilhelmus ontstond in juni 2004 een politieke en maatschappelijke discussie, toen bekend werd dat sinds 1986 het Wilhelmus bij staatsaangelegenheden alleen gespeeld wordt bij aanwezigheid van een lid van het Koninklijk Huis. Koningin Beatrix zou de rechten op het Wilhelmus hebben opgeëist en niet toestaan dat het Wilhelmus buiten haar aanwezigheid zou worden gespeeld. Dit werd door de Rijksvoorlichtingsdienst ontkend. Wel werd bevestigd dat sinds 1986 het protocol voorschrijft dat bij ontvangst van buitenlandse gasten door ministers buiten aanwezigheid van leden van het Koninklijk Huis, niet het Wilhelmus wordt gespeeld, maar de Mars van de jonge Prins van Friesland.
De tekst
Tegenwoordige tekst: | Originele tekst: |
---|---|
Eerste couplet | Eerste couplet |
Literatuur
J.B. Drewes, Wilhelmus van Nassouwe. Een proeve van synchronische interpretatie. Amsterdam [etc.], 1946 (proefschrift).
Willem Frederik Breman, De boodschap van het Wilhelmus. 's-Gravenhage, 1951.- Mike Kestemont, Els Stronks, Martine de Bruin en Tim de Winkel, Van wie is het Wilhelmus? De auteur van het Nederlands volkslied met de computer onderzocht. Amsterdam, Meertens Instituut/Amsterdam University Press, 2017 [=2016].
Externe links
- Meer Wilhelmus, onder andere in gebarentaal
Zweedse vertaling van Willem E. Blom afkomstig uit Inter alia uit 1941 (=1944).
Het Wilhelmus tijdens de Republiek door Martine de Bruin, 2001. Online op de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- Wilhelmus 75 jaar Volkslied
Het Wilhelmus, dossier van de Koninklijke Bibliotheek, geraadpleegd op 30-1-2018
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Wilhelmus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Nederlandse volksliederen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
|
Europese volksliederen (het Europees volkslied) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|