Klassieke oudheid
Periodes uit de westerse geschiedenis |
|
Portaal Geschiedenis Portaal Oudheid |
De klassieke oudheid is de naam voor een periode die uitsluitend wordt gebruikt in de periodisering van de westerse geschiedenis. Gewoonlijk laat men deze periode met Homerus en het begin van de Archaïsche periode van het oude Griekenland, Oudgrieks: Ἑλλάς, beginnen in de 8e eeuw v.Chr. en met de val van het West-Romeinse Rijk eindigen in 476 na Chr. Centraal staat daarbij de geschiedenis van het oude Griekenland en Rome. De klassieke oudheid wordt gevolgd door de middeleeuwen. Sommige historici noemen de overgangstijd tussen oudheid en middeleeuwen de late oudheid, die dan tot ongeveer 600 duurt.
De klassieke tijd begint rond 500 v.Chr. in de Griekse geschiedenis, een periode van grote culturele bloei. De stadstaat Rome wordt ongeveer gelijktijdig een republiek. Als einde van de klassieke oudheid gold lange tijd 476. In dat jaar zette Odoaker, een Germaanse legeraanvoerder, de laatste Romeinse keizer van de westelijke rijkshelft af. Daarmee kwam definitief een einde aan het West-Romeinse Rijk.
In de negentiende en twintigste eeuw zijn er uitvoerige en veelal vruchteloze discussies geweest over de beste manier om de geschiedenis te periodiseren, maar dit heeft niet geleid tot consensus. Periodisering wordt voor een groot deel bepaald door traditie.
De periode tussen 476 en 1453 wordt in het onderwijs in navolging van de humanisten het tijdvak van de middeleeuwen genoemd. Uitgaande van het West-Romeinse Rijk, eindigde de Oudheid in 476. In het oosten bleef het Oost-Romeinse Rijk echter nog tot 1453 bestaan. Als dit als criterium wordt gebruikt, eindigt de Oudheid in 1453. Een enkele historicus heeft weleens beweerd dat de Oudheid pas werkelijk eindigde in 1806. In dit jaar kwam namelijk het Heilige Roomse Rijk ten einde. Het Heilige Roomse Rijk had ook nog een keizer, net zoals de Romeinen.
Het doorgeven van de literatuur uit de klassieke oudheid gebeurde door christelijke en islamitische kopiisten, die ondanks hun reserves bij de 'heidense' geschriften voldoende het belang ervan onderkenden om er veel van hun tijd in te investeren, de filosofie gold als dienstmaagd van de theologie.[1] Er waren weliswaar tegenstanders: Tertullianus, Tatianus, Johannes Chrysostomus, maar de meer openen van geest wonnen het pleit: Justinus de Martelaar, Origenes, Clemens van Alexandrië, Basilius van Caesarea, Gregorius van Nazianze, Johannes Damascenus. Volgens een ruwe schatting heeft zo'n 10% van de klassieke geschriften de tand des tijds doorstaan.
Gebeurtenissen
- ontstaan van de Griekse filosofie, wetenschap, literatuur (dichtkunst, theater, geschiedschrijving), kunst (architectuur) en krijgswetenschap
- ontstaan van de democratie in Athene
- Perzische Oorlogen
- Peloponnesische Oorlog
- veroveringstochten van Alexander de Grote
- Hellenisme
- Romeinse Republiek
- Punische oorlogen
Romeinse burgeroorlogen, periode van de 'grote mannen'- Romeinse keizerrijk
- soldatenkeizers
- opkomst van het christendom
Literatuur
Piet Reimer. Klassieke oudheid van A tot Z, 2006. ISBN 9789027467157
- Andries Welkenhuysen, Klassieke vertalingen 1992-2003. Repertorium en bibliografische gids, 2003
- Patrick De Rynck en Andries Welkenhuysen, De Oudheid in het Nederlands. Repertorium en bibliografische gids voor vertalingen van Griekse en Latijnse auteurs en geschriften, 1992
Adhemar Geerebaert, Lijst van de gedrukte Nederlandsche Vertalingen der oude Grieksche en Latijnsche Schrijvers , 1924
Voetnoten
↑ (en) L.D. Reynolds en N.G. Wilson. Scribes and Scholars. A Guide to the Transmission of Greek and Latin Literature, 2014. ISBN 978-0199686339
Zie de categorie Ancient history van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |