Advocaat (beroep)
Een advocaat is een door de wet beschermd vertrouwenspersoon die in burgerlijke zaken en in strafzaken een partij bijstaat en dan vaak raadsman of raadsvrouw wordt genoemd.
In tegenstelling tot een notaris, die onpartijdig is en voor twee partijen met tegengestelde belangen werkzaam kan zijn, is de advocaat altijd belangenbehartiger voor één partij of meerdere partijen met een identiek belang.
Inhoud
1 Advocatuur in Nederland
1.1 Toegang tot het beroep
1.2 Rechten en plichten van de advocaat
1.3 Orde van Advocaten
1.4 De verplichte advocaat
1.5 Procureur
2 Advocatuur in België
2.1 Toegang tot het beroep
2.2 Rechten en plichten van de advocaat
2.3 Orde van Advocaten
2.4 Eed
3 Zie ook
4 Externe links
Advocatuur in Nederland
Toegang tot het beroep
Om als advocaat werkzaam te worden, moet een universitaire rechtenstudie worden gevolgd en dient beëdiging plaats te vinden bij een rechtbank. Gedurende de eerste drie jaren mag de advocaat niet zelfstandig zijn beroep uitoefenen. Hij is dan als advocaat-stagiair werkzaam onder begeleiding van een ervaren advocaat als patroon. Als stagiair dient hij dan nog verplicht een beroepsopleiding te volgen en een aantal tentamens af te leggen, onder andere in een vak Jaarrekeninglezen en Tuchtrecht. De beroepsopleiding is recentelijk nogal uitgebreid en verzwaard. Sommige advocaat-stagiaires maken gebruik van een repetitor om zich beter op de examens voor te bereiden. Er zijn immers maar drie examenkansen per examen aanwezig. Na het succesvol voltooien van de beroepsopleiding wordt een stageverklaring afgegeven. Daarna mag hij zelfstandig werkzaam zijn. Het aantal advocaten in Nederland is in de laatste decennia flink gegroeid. In 1970 waren er 2063 advocaten en in 2016 waren dat er 17.343. Advocaten werken meestal in groepsverbanden van twee tot enkele honderden samen en specialiseren zich op een bepaald juridisch gebied.
Rechten en plichten van de advocaat
De Advocatenwet[1] uit 1952 regelt het beroep van advocaat. Iedere advocaat is tengevolge van de beëdiging automatisch lid van de Nederlandse Orde van Advocaten. Deze organisatie is op grond van de Advocatenwet bevoegd regels vast te stellen, waaraan de advocaat zich in het kader van de beroepsuitoefening dient te houden, zoals bijvoorbeeld de inrichting van diens financiële administratie en de beroepsverzekering. De advocaat dient zich ook te houden aan bijzondere gedragsregels en kan bij overtreding daarvan worden gestraft. In het ergste geval kan hij zelfs uit het beroep worden gezet (ook wel genoemd: geschrapt van het tableau). De advocaat is verplicht zich jaarlijks te laten bijscholen en wordt daarop gecontroleerd.
De advocaat heeft evenals de notaris een wettelijk beroepsgeheim. Hij kan – tenzij de cliënt daarin expliciet toestemt – niet gedwongen worden als getuige te verklaren over zaken die hem in zijn functie worden toevertrouwd, het verschoningsrecht geheten.
Orde van Advocaten
De Nederlandse Orde van Advocaten bestaat uit de advocaten die op het tableau van een van de arrondissementen zijn ingeschreven. Advocaten zijn van rechtswege lid van de Orde. De Orde bezit rechtspersoonlijkheid.
Op grond van de advocatenwet kunnen klachten over advocaten, al dan niet wegens schending van een of meerdere bepalingen in de vastgelegde gedragsregels uit 1992, worden voorgelegd aan de deken van de Orde van Advocaten in het betreffend arrondissement. De deken kan bemiddelen tussen de klager en de advocaat. Slaagt de bemiddeling niet of wenst de klager de klacht aan de tuchtrechter voor te leggen, dan zal de deken het dossier aan de Raad van Discipline in zijn resort te zenden. Tegen een beslissing van de Raad van Discipline kunnen de klager en betreffende advocaat zo nodig beiden beroep instellen bij het Hof van Discipline. Een belangrijke regel is onder meer dat de advocaat zich zodanig dient te gedragen dat "het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening" niet wordt geschaad.
De verplichte advocaat
Er bestaat in burgerlijke zaken een wettelijk verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat. Een partij is verplicht een advocaat aan te stellen in civiele procedures bij de rechtbank, het Gerechtshof of de Hoge Raad. Dit geldt ook wanneer men gedaagde is. Dit nalaten staat gelijk aan niet op komen dagen (ook als de partij zelf wel degelijk aanwezig is), en leidt tot een verstekvonnis.
Het bezwaar tegen verplichte procesvertegenwoordiging is dan ook dat een eiser hier misbruik van zou kunnen maken om zijn wederpartij op kosten te jagen, vooral wanneer deze krap bij kas zit (of andersom: iemand zou opzettelijk wanprestatie of een onrechtmatige daad kunnen plegen wetend dat diens wederpartij de procesgang niet kan betalen). Bovendien worden in veel landen proceskosten slechts forfaitair vergoed; deze forfaits zijn vrijwel altijd een fractie van de werkelijke kosten.
Bij de kantonrechter, (als gedaagde) in verschillende familierechtelijke zaken en als gedaagde in een kort geding bij de rechtbank (de voorzieningenrechter) mag men wel in persoon, dus zonder advocaat, verschijnen. Ook in strafzaken mag men zichzelf verdedigen. Voor bestuursrechtelijke procedures tegen de overheid geldt hetzelfde: er bestaat geen verplichte procesvertegenwoordiging. Maar in dergelijke gevallen kan een advocaat de omstandigheden en achtergronden vaak beter aan de rechter uitleggen dan de verdachte of de procespartij. Ook kan een advocaat de juridische klemmen en voetangels in de gaten houden, met name procesrechtelijke termijnen. Bovendien kan een derde met een frisse objectieve blik naar een zaak kijken, terwijl partijen zelf vaak persoonlijk betrokken zijn en hiermee de objectiviteit uit het oog verliezen. Verder vormen de kosten voor advocaten ook een drempel ter voorkoming van onnodige procedures over kleinigheden. Daarom is het vaak toch verstandig een advocaat in te schakelen, en het argument voor de waarborg van een eerlijke procesgang voor beide partijen waar de juiste beslissing uitrolt is hiermee ook het door voorstanders van verplichte procesvertegenwoordiging gehanteerde argument.
Procureur
Tot 1 september 2008 was men verplicht een procureur te stellen in civiele gerechtelijke procedures. De procureur bestaat niet meer. Een advocaat was meestal ook procureur binnen het arrondissement van de rechtbank waar deze kantoor hield.
Advocatuur in België
Het beroep van advocaat wordt in België geregeld in de artikels 428 tot en met 508 van het Gerechtelijk Wetboek.
Toegang tot het beroep
Wie in België het beroep van advocaat wil uitoefenen moet:
- Belg of onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie zijn. (Van deze nationaliteitsvoorwaarde kan in bepaalde gevallen afgeweken worden.)
- Doctor, licentiaat of master in de rechten zijn.
- De eed afgelegd hebben. ("Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk, dat ik niet zal afwijken van de eerbied aan het gerecht en de openbare overheid verschuldigd, en geen zaak zal aanraden of verdedigen die ik naar eer en geweten niet geloof rechtvaardig te zijn."[2])
- Ingeschreven zijn op het tableau van de Orde of op de lijst van stagiairs.
Rechten en plichten van de advocaat
Elke advocaat mag pleiten voor alle gerechten van het Rijk. Een uitzondering op deze regel vormt het Hof van Cassatie, waar in burgerlijke zaken enkel advocaten mogen pleiten die de titel advocaat bij het Hof van Cassatie voeren. Ook in strafzaken is een pleitmonopolie voor het Hof van Cassatie in de maak.
In beginsel willen de advocaten een pleitmonopolie zoals in Nederland. Zo zouden zij als enige mogen pleiten voor de gerechten. Dit monopolie bestaat wettelijk niet, wat niet wegneemt dat de meeste partijen in feite wel een beroep op een advocaat doen.
Het dragen van de toga is een wettelijke verplichting.[3]
Orde van Advocaten
In de hoofdplaats van ieder gerechtelijk arrondissement wordt een tableau opgemaakt van de Orde van Advocaten, een lijst van de advocaten die hun beroep uitoefenen onder de beroepstitel van een andere lidstaat van de Europese Unie en een lijst van stagiairs, die hun kantoor in het arrondissement hebben.
Het tableau en de lijsten worden aangeplakt of bekendgemaakt door de stafhouder, die ervoor zorgt dat zij worden bijgewerkt.
Alle balies in Vlaanderen worden overkoepeld door de Orde van Vlaamse Balies. Deze Orde bestaat uit de advocaten die op het tableau op een van de lijsten zijn ingeschreven. Zij bezit rechtspersoonlijkheid.
Eed
De eed, die wordt afgelegd in openbare zitting op voordracht van een advocaat die minstens 10 jaar is ingeschreven op het tableau van een balie, luidt:
Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk, dat ik niet zal afwijken van de eerbied aan het gerecht en de openbare overheid verschuldigd, en geen zaak zal aanraden of verdedigen die ik naar eer en geweten niet geloof rechtvaardig te zijn. |
Zie ook
- Lijst van advocaten
Externe links
- Nederlandse Orde Van Advocaten (NOVA)
- Orde van Vlaamse balies
- Orde van Franstalige en Duitstalige balies van België
- Nederlandse Advocatenwet
Bronnen, noten en/of referenties
|
Nationaal recht
Rechtsbronnen: | Belgische Grondwet · verdrag · bijzondere wet · wet, decreet, ordonnantie · rechtspraak · rechtsleer · gewoonterecht · algemene rechtsbeginselen · billijkheid |
Publiekrecht: | staatsrecht · strafrecht · gerechtelijk recht · bestuursrecht · fiscaal recht · sociale zekerheidsrecht |
Privaatrecht: | burgerlijk recht · arbeidsrecht · economisch recht · insolventierecht · vennootschapsrecht |
Rechtbanken: | Hof van Cassatie · Grondwettelijk Hof · Raad van State hof van beroep (5) (Marktenhof) · arbeidshof (5) · arbeidsrechtbank (9) · ondernemingsrechtbank (9) · hof van assisen (11) · arrondissementsrechtbank (12) · rechtbank van eerste aanleg (12) (burgerlijke rechtbank, correctionele rechtbank, strafuitvoeringsrechtbank, raadkamer, onderzoeksrechter, beslagrechter, familierechtbank, jeugdrechtbank) · politierechtbank (15) · vredegerecht (187) Brussels International Business Court |
Territoriale indeling: | gerechtelijk gebied · gerechtelijk arrondissement · gerechtelijk kanton |
Juridische actoren: | advocaat · assessor · benadeelde persoon · burgerlijke partij · gerechtsdeurwaarder · griffier · Ministerie van Justitie · notaris · Openbaar Ministerie (ook parket) · pleitbezorger · rechter · referendaris · stafhouder |
Europees recht (Europese Unie)
Primair recht: | VEU · VWEU · Handvest van de grondrechten van de Europese Unie |
Secundair recht: | verordeningen · richtlijnen · besluiten · aanbevelingen · adviezen |
Rechtbanken: | Gerecht · Hof van Justitie van de Europese Unie · Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie |
Europees recht (Raad van Europa)
Verdragen: | Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens |
Rechtbanken: | Europees Hof voor de Rechten van de Mens |
Internationaal recht
Rechtsbronnen: | verdrag · rechtspraak · rechtsleer · gewoonterecht · algemene rechtsbeginselen |
Rechtstakken: | internationaal publiekrecht · internationaal privaatrecht |
Rechtbanken: | Benelux-Gerechtshof · Internationaal Gerechtshof · Internationaal Strafhof |